de winkelier, allen kunnen genieten van een lageren gasprijs, maar ieder draagt eerst in gelijke mate bij tot de algemeene en noodzakelijke onkosten van het bedrijf. Als deze onkosten gedekt zijn, betalen zij, die door de grootte van hun gezin boven het noodzakelijke minimum gas moeten verbruiken, voor die grootere hoeveelheid een dalenden gasprijs en zij, die door hun maatschappelijke omstandigheden meer gas kunnen en willen verbruiken, eveneens een dalenden prijs. Deze dalende prijs is voor allen een aanmoediging totgrooter verbruik; dit grootere verbruik is noodig om de productie te verhoogen en dus de productiekosten te verminderen, waaruit volgt, dat alle verbruikers hierdoor een lageren gasprijs zullen kunnen betalen.

Ik behoef zeker wel niet te zeggen, dat naar mijne meening een dalend tarief, een doeltreffend, ja het beste propaganda-middel is.

Na deze uitweiding over het tarief, kom ik tot de eigenlijke propaganda.

Sedert de stichting van de gemeentelijke gasfabriek te Voorburg in 1912 is er naar gestreefd, het gasdebiet uit te breiden door het maken van een stelselmatige propaganda. En ik geloof, niet geheel zonder succes.

Het aantal gasverbruikers steeg van 1005 in 1913 tot 1457 in 1920; het aantal inwoners van 6058 in 1913 tot 7399 in 1920.

De productie van 619111 in 1913 steeg tot 815596 Mi*, in 1916, om in 1917 terug te loopen tot 608535 M 3. en in 1920 weder te stijgen tot 912464 M-f.

Het verbruik over meters in 1913 was 512903 M 3, steeg tot 706333 in 1916, liep in 1917 terug tot 553609 om in 1920 te komen op 733615 M 3. Het verbruik per verbruiker was in 1913; 510 M-3., steeg in 1916 tot 590 M 3., daalde in 1917 tot 440 M 3. en kwam in 1920 op 503 M 3. De productie per inw. was in 1913: 102,2 MA, in 1916: 119,7 MA, in 1917: 89,2 MA en in 1920: 123,3 MA

Alle cijfers van vóór de crisisjaren zijn dus weer bereikt, alleen het verbruik per verbruiker bleef daar beneden: in 1916 was het 590 M 3., in 1920: 503 M 3. Er valt dus nog heel wat te doen om de verloren 87 M 3. per verbruiker in te halen.

Op te merken valt hierbij, dat sinds 1 April 1919, den datum waarop het Electriciteitsbedrijf met het Gasbedrijf werd vereenigd, het aantal electriciteitsverbruikers van 339 klom tot

595 en dat het electriciteitsverbruik voor verlichting in 1920 ongeveer 100.000 eenheden hooger was dan over het geheele jaar 1919.

De hoogere productie per inwoner wijst er op, dat met het toenemen van het aantal inwoners, de gasproductie ook, en naar verhouding vlugger, steeg. Het verbruik per verbruiker ging echter terug en dat wijst op een verminderde toepassing van het gas in de gezinnen, hetgeen als een gevolg van de rantsoeneering en door de hooge gasprijzen te verklaren is. Ook zal dit toe te schrijven zijn aan het toegenomen verbruik van electriciteit ter verlichting en door het minder gebruiken van gaskachels, gasovens en zelfs van badkachels. Dit laatste staat inderdaad vast en nu is ons tarief een schitterend propagandamiddel, om die toepassingen van het gas weer aan te moedigen. Op het oogenblik kost een Mif boven de 75 slechts 15 ets. en ieder zal toegeven, dat deze prijs voor een kleine gemeente als Voorburg met een financieel betrekkelijk zwaar belaste, nieuwe gasfabriek, nogal schappelijk is. De propaganda moet het dus weer doen, w'ant uit de cijfers blijkt, dat propaganda vroeger inderdaad resultaat gaf.

Zooals uit de ter vergadering getoonde exemplaren te zien werden toen herhaaldelijk op de achterzijde der kwitanties aanwijzingen voor een doelmatig gebruik van het gas gegeven. Een speciale fittersdienst werd ingesteld voor het nazien „in abonnement” van alle branders, comforen en andere toestellen, waarbij die toestellen, op vooraf aangegeven dagen, nagenoeg kosteloos w'erden schoongemaakt en zoo noodig opnieuw ingesteld. Een groot aantal verbruikers maakt hiervan gebruik. Later ontving iedere gasverbruiker een ex. van „Koken in hooikist en kranten” en een handig vloeiboekje, w'elk boekje, blijkens herhaalde navraag, zeer in den smaak viel. Tijdens de crisisjaren was er vanzelf geen sprake van propaganda, maar thans maken wdj ons weer gereed om intensief ons terrein te bewerken. We zijn in onderhandeling getreden met den uitgever van het plaatselijk Nieuwsblad, om maandelijks in een daarvoor passende omlijsting aan de verbruikers een wenk op gasgebied te geven, in navolging van Leiden—Rotterdam en wellicht van meer plaatsen. Maar nu komt hierbij een voorname kwestie naar voren voor kleine bedrijven als het onze, is een dergelijke maatregel nog al kostbaar. Ligt het niet op den weg van