onze „Commissie van Advies inzake het Propagandavraagstuk”, om doorbet bevorderen eener zoo groot mogelijke deelneming, dus van alle gasfabrieken, die kosten te verminderen? De propaganda voor bet gasverbruik is niet altijd zuiver pldatselijk, zoodat alle gasfabrieken kunnen profiteeren van hetzelfde cliché met denzelfden tekst. In Duitschland zendt de Zentrale für Gasverwertung aan alle aangesloten gasfabrieken op ongeregelde tijden als manuscript, een raadgeving of inlichting welke, kort en bondig de voordeelen van een bepaalde toepassing aantoont. leder, die van die „modelraadgeving” gebruik wil maken, kan haar laten afdrukken in een plaatselijk Nieuwsblad of op andere wijze.

Deze Zentrale geeft ook prentbriefkaarten uit en allerlei ander propagandadrukwerk, in voor het oog aangenamen vorm. Want dit laatste is ook een voorname factor: „In een voor het oog aangenamen vorm.” We hadden het genoegen een soort propaganda-geschriftje te ontvangen van onze Commissie. Ik heb het doorgelezen en natuurlijk velen met mij deden dat. Door middel van een stempelafdruk wordt medegedeeld: „Verkrijgbaar bij ’t Centraalbureau”! Het spijt mij het te moeten zeggen, maar ik meen, dat een dergelijk „pampier”, zonder eenigen smaak wat drukwerk betreft uitgevoerd, geen waarde heeft voor onze propaganda. Ik geloof, dat een dergelijk papier bij iederen gasverbruiker onmiddellijk na ontvangst, in de prullemand verdwijnt. (De heer Janson deelde op de vergadering mede, dat het ons gezonden ex. slechts een model voor den inhoud was; het werkelijke propagandageschrift was qua drukwerk beter uitgevoerd. Het zenden van een dergelijk minder fraai model, met uitnoodiging om te bestellen, zal geen succes gehad hebben. Ware het goede ex. gezonden, dan zou ieder geweten hebben wat hij bestelde.)

In de laatste Afl. van „Het Gas” deelt onze Prop. Comm. mede; „Maakt gij reeds propaganda voor het gebruik van Gas? Zoo niet, en wenscht gij voorlichting, wendt U tot de Commissie enz.”

De Commissie noodigt dus uit om tot haar te komen, als men voorlichting wenscht. Naar mijne meening is dit fout onze Commissie moet ongevraagd propaganda-materiaal verstrekken aan alle collega’s. Er zullen onder ons zijn, die voor propaganda nog niet veel

gevoelen, maar juist door hun wat te bieden in pasklaren vorm, zullen ze er belangstelling voor krijgen en gebruik gaan maken van propaganda-middelen. Als die bladz. in eens benut werd voor mededeelingen, in gelijken geest als de Zentr. f. G. V. die geeft, dan zal ieder onzer gebruik kunnen maken van wat hem geschikt lijkt. In korte, zakelijke, kernachtige taal moeten die mededeelingen opgesteld zijn, opdat ze het publiek zullen „pakken”! De voorgestelde propagandaplaat kan waar-> schijnlijk en misschien w'el veel, medewerken aan die propaganda. Een bewonderaar van een dergelijke plaat kan ik nog niet zijn. Waar zal men die moeten ophangen? In winkels, waar men kousjes en gastoestellen verkoopt, (dus in ijzer-, kruideniers-, drogist- en snoepwinkels) en in café’s, restaurants en melksalons? Dan bereiken wdj niet allen, die wij bereiken willen en moeten. Een mededeeling op de achterzijde van de maandelijksche quitantie of in het plaatselijk nieuwsblad; een prentbriefkaart of sluitzegel, dat zijn naar mijn ondervinding doeltreffende middelen, omdat ze hèn bereiken, die reeds gasverbruiker zijn of het nog moeten worden. Hierbij leiding te geven en de kosten voor iedere gasfabriek tot een minimum te beperken, lijkt mij een taak voor onze Propaganda-Commissie.

Het was niet mijn bedoeling om aan onze Propaganda-Commissie voor te schrijven, hoe zij werken moet; veelmeer wilde ik, als „eender-kleine-directeuren-beneden-’t millioen” die een weinig aan de propaganda doet, mijn op eenige ervaring berustende zienswijze kenbaar maken, opdat, naar ik hoop, door wisseling van gedachten, ook voor de kleine en middelgroote fabrieken datgene bereikt wordt, waarnaar allen streven n.l. naar- de uitbreiding van het gasdebiet.

Tenslotte wil ik den inhoud van dit opstel kort samenvatten.

Voor een doeltreffende propaganda is een doelmatig tarief, waarbij voor hooger verbruik een logeren prijs berekend wordt, een factor van beteekenis.

Zij, die gasverbruiker zijn of kunnen worden, moeten zooveel mogelijk „bewerkt” worden, liefst door persoonlijk bezoek, maar ook met korte, zakelijke, zoo mogelijk kernachtige mededeelingen of frappante berekeningen, in een de-aandacht-trekkende-advertentie, op de achter-