De verwarming van de kamers geschiedt door verbranding van het generatorgas in vijf boven elkaar gelegen horizontale lagen tusschen de

kamers,terwijl dan verder de verbrandingsgassen om de kamers strijken tot in den top en daarna in de regeneratie afdalen.

De regeling van generatorgas en lucht is eenvoudig en practisch, evenals de geheele inbouw van de kamers.

Afb. 3, Kamerzijde met cokeswagen, handlier, hande's, enz,

Voor het natte bedrijf is op de brug aan de kamerzijde een lage-drukstoomleiding aangebracht, waaraan elke kamer met een stoompijp met afsluiter is aangesloten. Daardoor is het mogelijk door eenvoudig openen van het afsluitertje stoom 'van 0,1 a 0,2 atmospheer toe te laten, waarna onmiddellijk, indien de kolen ontgast zijn, de watergasproductie aanvangt.

Hiermede is in het kort de inrichting van het kamerovenbedrijf weergegeven en blijkt duidelijk, dat de kameroveninstallatie alhier tot den meest eenvoudigen vorm is teruggebracht, terwijl later completeering met bunkers, mechanisch kolen- en cokestransport mogelijk is. Ook een bijplaatsing van een tweeden oven of nog meer ovens kan in het stokerijgebouw geschieden op de uit te breiden fundatie van het retortovenblok en met omhoog brengen der zijmuren met kap. Alsdan verdwijnen de retortovens, welke thans als reserve aanwezig blijven.

Toen 19 September 1920 de oven in gebruik genomen kon worden, werd in de gasproductie voorzien door twee achtretorts generatorovens

Afb. 4. Generatorzijde met slakkendeur, verdampingskasten, onder- en bovenluchtschuiven, enz.