Vereeniging 5 eereleden, 331 gewone en 134 buitengewone leden, totaal 470 leden.

Twintig jaar geleden, toen ik voor de eerste maal de eer had als Voorzitter der Vereeniging op te treden, had de Vereeniging totaal 280 leden. Wij kunnen dus zeggen, dat sedert de Vereeniging buitengewoon in bloei is toegenomen. Een toeneming met 200 leden mag zeer bijzonder genoemd worden.

Ik bemerk het in deze vergadering. Mijn blik moet veel verder gaan dan 20 jaren geleden; ik zie veel meer gezichten. Het ligt misschien aan mij, maar niet iedereen hier ken ik bij name zooals vroeger wel het geval was, maar dat komt vanzelf wel terecht naarmate de omgang gemakkelijker en aangenamer wordt.

Waar het aantal leden der Vereeniging buitengewoon toeneemt, daar spreekt het vanzelf, dat zich in het afgeloopen jaar weder meer episodes voorgedaan hebben in het leven onzer leden, welke een oogenblik herdacht mogen worden. Het zijn bijzondere perioden, die op verschillende wijzen zijn doorgemaakt.

Ik wil vooreerst wijzen op den overgang van enkele onzer leden naar andere plaatsen; overplaatsing van de eene fabriek naar de andere. Zij, die de positie, welke zij bekleedden op betere wijze wilden gewaardeerd zien, solliciteerden en velen slaagden. Een woord van gelukwensch aan allen, die hun wensch vervuld zagen, is hier zeker op zijn plaats.

Ik denk ook aan hen, die naar een ander vak zijn overgegaan, die andere betrekkingen aanvaard hebben, welke naar hunne meening misschien beter bij hun aanleg past, dan wel om andere bijzondere oorzaken. Het zij mij vergund ook die leden te gedenken en hun toe te wenschen, dat zij in hunne nieuwe positie de voldoening zullen mogen vinden, welke zij daarvan verwacht hebben. Ik spreek de hoop uit, dat zij, die in een anderen werkkring zijn overgegaan, in elk geval nog de liefelijke herinnering zullen bewaren, zooals iedereen die heeft van onze Algemeene Vergadering en van de V'ereeniging, aan het familieleven, dat bij ons heerscht, aan de vriendschap, welke steeds wederzijds in ons midden betoond wordt.

Dan zij het mij vergund stil te staan bij enkele mijlpalen, die in het afgeloopen jaar voor verschillende onzer leden, gewone en buitengewone leden, opgericht zijn geworden, mijlpalen, die herdacht mogen worden.

Op 22 September 1920 heeft prof. G. A. Brender a Brandis, t. zijn inaugureele rede gehouden bij het aanvaarden van het professoraat aan de Technische Hoogeschool te Delft. Wij hopen zeer, dat de daar door hem te geven colleges zullen zijn een bijdrage tot den verderen bloei van onze gasindustrie. Wij wenschen hem geluk met de aanvaarding van het hoogleeraarschap en ik spreek de hoop uit, dat wij allen zullen zien, dat hij zijne beste krachten aan die functie zal kunnen geven. {lnstemming.)

Het was op 1 Februari jl. 40 jaren geleden dat onze collega de Breuk benoemd werd tot directeur van de gasfabriek te Zutphen.

Zooals de man is, had hij gemeend daaraan geen ruchtbaarheid te moeten geven. Hij zou dan ook op dien dag niet het minste bewijs hebben gezien, dat wij aan hem dachten, wanneer wij het ons gelukkigerwijs niet herinnerd hadden. Het Bestuur heeft U.spontaan voorgesteld om op den dag, dat onze collega DE Breuk afscheid zou nemen als directeur van de gasfabriek en de waterleiding te Dordrecht, ongeveer samenvallende met zijn 25-jarig jubileum als zoodanig, het eerelidmaatschap van de Vereeniging aan te bieden. Het eerelidmaatschap is bij hem in waardige handen.

Toen ik hem onder gepaste bewoordingen gelukwenschte en hem het diploma van eerelid overhandigde, bleek ons, dat het hem bijzonder aandeed op die wijze geƫerd te worden; hij was zeer erkentelijk voor de eer, welke zijne medeleden hem aandeden en hij heeft daarvoor hartelijk dank gezegd aan de leden der Vereeniging.

Sedert dien is de heer de Breuk het gasvak uitgegaan. Wij hopen, dat hij nog zeer veel aan ons zal denken, dat hij nog zeer vele malen in ons midden zal zijn op de Algemeene Vergadering, den jongeren voornamelijk tot steun en voorlichting, den ouderen tot opwekking tot het vervullen van hun taak. Zoodoende zal ook dit eerelid, evenals onze andere eereleden, nog bijdragen om ons kracht te geven op den ingeslagen weg voort te gaan en ons te blijven wijden aan de gasindustrie, zooals hij deed.

Op 1 Mei jl. hebben wij gehad het jubileum van het Bestuurslid D. A. Payens. Deze heeft toen zijn 40-jarig jubileum gevierd in dienst van een en dezelfde gemeente.

Dat is voorwaar een zeer bijzondere gebeurtenis. Het gebeurt niet veel. Ik meen wel