30 tot 48»/o; met arm gas is het tusschen 59 en 77 "/o. Onderzoekingen van vele gascomforen, welke ik voor den oorlog met gas van 5300 cal. heb gedaan, gaven het resultaat, dat als minste hoeveelheid gas om 1 L. water 75° in temperatuur te verhoogen 32,2 L., terwijl ik voor dezelfde proef met arm gas van 4000 cal. slechts 28 L. gas noodig had.

De hoeveelheid gas en tijd, noodig voor het koken met watergasmenggas is dus nietgrooter, doch eerder minder dan bij koolgas, wanneer men slechts rekening houdt met de eigenaardigheden van het gas. Goede gascomforen zijn in Nederland evenzeer verkrijgbaar als bij ons in Duitschland; ik heb tenminste nog voor enkele weken een comfoor van Nederlandsch maaksel onderzocht, waarvan het nuttig effect 77,41 0/q bedroef.

Het electrische kookapparaat kan ook nu nog niet met het gascomfoor wedijveren. Omgerekend op gelijk rendement kost, naar de voor het gas zeer ongunstige Berlijnsche prijzen het electrische koken zes tot zevenmaal zooveel als koken met gas. Neemt men de benoodigde hoeveelheden kolen in beschouwing, dan vindt men voor gelijke praestatie bij het koken met electriciteit zeven en een half maal meer kolen noodig dan voor koken met gas.

Wat het arme gas voor de industrie beteekent, wil ik laten uitkomen door mededeeling van een van de vele gevallen, welke ik in de laatste jaren ter behandeling kreeg. Het ging over een oven voor het verhitten van staal op laschhitte, welke met arm gas niet kon werken. Met rijk gas van 5200 cal. was om het staal de laschhitte te doen bereiken ongeveer 6 minuten noodig. Na verkleining van de ovenruimte en zorgvuldige regeling van gas en lucht gelukte het met arm gas van 4000 cal. het gewenschte doel reeds in 31/2 minuut te bereiken, zoodat het rendement van de oven tot nagenoeg het dubbele van vroeger was gestegen.

Uit het hier behandelde blijkt wel voldoende duidelijk, dat het door watergasbijmenging gemaakte gas van 4000 cal. zoowel voor de gasfabriek als voor den gasverbruiker minstens even voordeelig als het zuivere koolgas van 5000 cal. is, indien bij het gebruik zijn eigenschappen naar behooren in aanmerking worden genomen.

Die gasfabriek bevindt zich dus op den goeden weg, die de calorische waarde van het koolgas door bijmenging van watergas, of ter wille van lagere.i prijs van dubbelgas, tot ongeveer 4000 cal. terugbrengt.

De ontploffing te Oppau,

door Prof. G. A. Brender a Brandis, t., Ingenieur-Afdeeiingschef bij de gemeentegasfabrieken van ’s-Gravenhage.

De explosie, die eenige maanden geleden in de ~Badische Anilin und Sodafabrik” te Oppau heeft plaats gehad, is, vulkanische uitbarstingen uitgezonderd, wel de geweldigste, die ooit in de menschengeschiedenis is opgeteekend. De eerste indruk, door de berichten hierover veroorzaakt, was zeer groot; de medfedeelingen in de dagbladpers over de oorzaken waren, als gewoonlijk in dergelijke gevallen, verward en onduidelijk en daarna hoorde men er niets meer van. Ook in de vakliteratuur zijn de mededeelingen schaarsch gebleven. De juiste toedracht der zaak zal wel nooit bekend worden, daar van degenen, die tijdens het ongeluk' in de betrokken afdeeling der fabriek aanwezig waren, niemand de ramp heeft overleefd. Waar .hier in ieder geval de ammoniumzouten een rol hebben gespeeld ,

al zijn zij dan waarschijnlijk niet de aanleidende oorzaak, daar moet deze tragische gebeurtenis ook den gasfabrikanten belang inboezemen.

De e.xplosie herinnert in zijn wezen aan de roborietontploffing te Witten in November 1906, hoewel deze te Oppau in hare uitwerking en gevolgen veel heviger is geweest, nu de reusachtige hoeveelheid van zegge 4500 ton ammoniumsulfaatsalpeter met een enkelen slag in een breukdeel van een seconde tot explosie is gekomen. Toen, zoowel als nu, klinkt de naam ammoniumnitraat als de stof, die met onmeedoogenloos en infernaal geweld dood en vernieling om zich heen heeft gezaaid. En toch geloof ik, dat men het met de beschouwingen van Dr. Carl Roth te Frankfort eens kan zijn, dat deze stof, als zoodanig, niet de eigenlijke schuldige is aan de catastrophe. Nog minder