kan dit het geval zijn met de door de „Badische” gebruikte begeleidende stoffen: ammoniumsulfaat en alkalichloriden en -nitraten.

Tot juist begrip der bedoeling dezer begeleidende stoffen moge hier een nadere verklaring volgen.

Het was tot nu toe niet bekend en daarom in hooge mate verrassend, dat het reeds sedert jaren zeer in het groot geproduceerde en in voorraad bewaarde product explosieve eigenschappen zou bezitten.

Voorheen verwerkte de fabriek den voortgebrachten ammoniak voor bemestingsdoeleinden geheel en uitsluitend tot ammoniumsulfaat. Kort na den oorlog ging zij echter ook over tot de bereiding van andere bemestingsstoffen, die met gebruikmaking van ammo- | niumnitraat werden samengesteld, zoodoende | tegemoetkomend aan de vraag van den landbouw | naar snelwerkende nitraat- of salpeterstikstof. Vooraf werd grondig beproefd of deze | nieuwe zoutmengsels geschikt waren om in j groote hoeveelheid te worden getransporteerd en opgeslagen. Van ammoniumnitraat zelf is bekend, dat het, ofschoon geen springstof in j den eigenlijken zin des woords, toch door zeer heftige impulsen, b.v. een sterke initiaalontsteking door knalkwik, onder bepaalde j omstandigheden tot explosie kan worden ge- [ bracht. In de z.g. veiligheidsspringstoffen is het nitraat dan in den regel vermengd met organische stoffen, zooals dinitrobenzol, of derivaten van naphtaline. Een absolute voorwaarde echter om de ontploffing te kunnen bewerkstelligen is, dat de massa zich in korreligen toestand bevinde; zoodra zij tot een vaste massa is samengeperst wordt het, zelfs met | de gebruikelijke detonatoren, niet mogelijk de ontploffing te doen intreden. Vandaar, dat zoodanig samengestelde springstoffen als vulling van granaten ongeschikt zijn, immers al heeft de vulling de goede korrelige structuur, dan zal zij op het oogenblik, dat het projectiel plotseling met een geweldige beginsnelheid uit den rusttoestand in beweging komt tot een vaste cylinder worden samengedrukt en bij aankomst van het projectiel niet ontploffen en dit dus niet uiteen doen springen.

Een ander punt is, dat deze z.g. ammoniaksalpeterspringstoffen ontoegankelijk worden voor explosie, zelfs indien ingeleid door een knalkwikpatroon, wanneer zij niet zorgvuldig van de lucht zijn afgesloten, dus niet in staat

zijn door hare hygroscopische eigenschappen vocht aan te trekken. Vandaar de zorgvuldige luchtdichte verpakking in de patronen.

Men ziet welk een verschil: in de patroon het los gegranuleerde met recht „kruit”droge ammoniumnitraat, vermengd met organische nitroproducten, dat bovendien nog den hevigen initiaalschok van de knalkwikontbranding behoeft om tot explosie te komen, in de reusachtige silo’s der „Badische” de vochtige massa, die door haar groot gewicht tot een vaste massa was samengedrukt en waar de zoo noodige korrelige structuur ontbrak.

Doch er is nog meer. In Oppau bestond geen voorraad van ammoniumnitraat als zoodanig. Door talrijke proeven was vastgesteld, dat de reeds genoemde betrekkelijke explosiviteit van „ammoniaksalpeter” om deze minder mooie doch veel gebruikte benaming voor ammoniumnitraat nu maar eens te gebruiken geheel verdwijnt, wanneer men deze stof met bepaalde hoeveelheden kalium- of natriumchloride tot chemische omzetting brengt. Door bijmenging van ongeveer 40 deelen chloride op 60 deelen nitraat is de toch reeds vrij tamme explosiviteit geheel verdwenen. Hiermede was een veiliger weg geopend om aan de behoefte van den landbouw van snelwerkende nitraatstikstof te voldoen. Men ging dus over tot de fabricatie van z. g. kali-ammoniak-salpeter door ongeveergelijke hoeveelheden ammonium-nitraat en kaliumchloride bij aanwezigheid van water tot omzetting te brengen, waarbij een product ontstaat, dat bijna geheel uit kaliumnitraat en amm. chloride bestaat. Dit product is volgens talrijke proeven gebleken niet explosief te zijn, zelfs niet bij toepassing van de gebruikelijke detonatoren.

Hetzelfde geldt voor de later vervaardigde ammoniumsulfaat-salpeter, die op dezelfde wijze door vochtig vermengen van ammoniumnitraat met ammonium-sulfaat wordt bereid. Zoowel het dubbelzout 2 NH4 NO;s (NH4)2 SOj als het technische zout, dat uit gelijke deelen nitraat en sulfaat is samengesteld, bleek niet tot ontploffing te kunnen worden gebracht zelfs niet bij een krachtige initiaalontsteking van 2 gram knalkwik.

De beide- producten kali-ammoniaksalpeter en ammoniumsulfaat-salpeter werden daarom tot dusver als dermate ongevaarlijk beschouwd, dat het gebruikelijk was bij het afvoeren der voorraden uit de fabrieken de enorme vast-