Het onderzoek van steenkolen,

door J. t., Adjunct-Directeur der gemeente-gasfabrieken van ’s-Gravenhage.

Inleiding.

Dank zij de omstandigheid dat van een algemeen tekort aan kolen geen sprake meer is en over genoegzame scheepsruirate voor een geregeld vervoer kan worden beschikt, worden er al sinds geruimen tijd ruimschoots kolen aangeboden. De keuze is zóó groot, dat men bij het stellen van qualiteits-eischen geen bezwaren worden ondervonden; wel is waar moeten de eischen nog matig zijn, omdat de kolenproducenten niet meer zóó kunnen laten werken als vroeger, maar ook door het stellen van matige eischen wordt, vooral voor de toekomst, veel bereikt. Want daardoor worden de kolenproducenten gedwongen het product behoorlijk op qualiteit te doen sorteeren, de vroegere ordelijke wijze van werken zal weer op de mijnen moeten worden ingevoerd, wil de producent zijn kolen op den duur het voordeeligst kunnen verkoopen.

En ten slotte zal ook de werknemer in het mijnbedrijf gaan beseffen, dat arbeidsregelingen, die in onevenwichtige tijden werden vastgesteld, moeten worden gewijzigd, wil het bedrijf, waarin hij werkzaam is, in stand blijven en dusdanig bloeien dat behoorlijke waardeering van geleverde arbeid kan plaats hebben.

Reeds meerdere malen, o. a. door collega Niermeijer, is gewezen op de noodzakelijkheid om qualiteitsgaranties voor te leveren kolen te verlangen. En thans gelukt het inderdaad contracten af te sluiten met garantiebepalingen voor b. v. asch en vluchtig; zaak is het, het nu verkregen voordeel te behouden en daartoe is het noodzakelijk het beginsel van „op gehalte koopen” onder geen beding te verloochenen.

Vanzelf zal ook de kolenproducent zich daarop gaan inrichten en dan is het pleit gewonnen ; toeh zal vóór dien tijd nog heel wat tegengestribbeld worden, daar de garanties den producent veel zorgen geven en de distributie der kolen bemoeilijken.

Volhouden a outrance is het eenige middel om te bereiken wat zelfs vóór dén oorlog niet wel mogelijk was. Want al worden de crisisjaren uitgeschakeld, dan moet toch worden

erkend, dat een juiste en volledige sorteering der kolen te wenschen overliet. Er werd niet genoeg op toegezien, dat elke kolensoort voor een bepaald doel en bij een bepaald verbruik de beste resultaten gaf. Daardoor kocht het eene bedrijf kolen, die in een ander bedrijf veel betere resultaten zouden kunnen geven. Nu echter kan iedere kolenverbruiker weten, welke kolen voor zijn bedrijf goed of slecht zijn. Hij kan die wetenschap hebben opgedaan, omdat, waar hij vroeger vaak met één soort kolen werkte en meestal afkeerig was om met een andere soort in zee te gaan, hij in de oorlogsjaren zijn lievelingskool vervangen zag door een reeks andere soorten, waarvan hij de goede en slechte eigenschappen ten koste van arbeid en geld, heeft leeren kennen. Zijn kolenkennis zou nog grooter zijn geworden, indien elke partij, welke hij ontving, van een behoorlijk certificaat van oorsprong was voorzien geweest, doch daaraan ontbrak heel veel.

Met dat al kan worden geconstateerd, dat de algemeene kennis betreffende de waarde van verschillende kolensoorten voor verschillende bedrijven is vermeerderd en dat in de komende jaren de kolenproducent daarmede zal hebben te rekenen.

Het onderzoek der kolen op qualiteitseischen, zal dan ook een meer belangrijke plaats gaan innemen dan vroeger en voor den gasfabrikant in het bijzonder wordt dat onderzoek een dringende eisch.

Voorheen wist men, wanneer men een kolensoort van een bepaalde mijn kocht, wat er met die kolen zoo ongeveer te bereiken was; thans, we weten het allen, leven we op hoop van zegen, dat de kolen van dezelfde mijn niet al te hard zullen tegenvallen. Worden er matige eischen gesteld en op de naleving van die eischen toegezien, dan helpen we er niet alleen ons eigen bedrijf mee, maar ook anderen, daar, ik herhaal het, de mijnen worden gedwongen een andere koers in te slaan. Men houde dit laatste belang goed in het oog en handele er naar!

Onderzoek.

Het onderzoek der steenkolen, hoe eenvoudig het ook schijne, eischt ervaring en meer