Xieuu’igheden hij de administratie der gemeente-bedrijveu te Osnabrück, door Ehlert.

Gas- und Wasserfach. Jrg. 65, n°. 3 en 4, p. 34-37 en 51-51.

Dit artikel, van de hand van den Kaufm.- Leiter der technische Betriebe Osnabrücks is zeker van belang voor allen, die met de administratie van gasfabrieken te maken hebben. Eerst een pleidooi voor het over boord werpen van alle bureaucratische ballast en de invoering eener eenvoudige, overzichtelijke koopmansboekhouding, hetgeen een belangrijke besparing aan arbeid en geld met zich brengt. Als voorbeeld wordt medegedeeld hoe te O. de kasen magazijn-boekhouding is vereenvoudigd. Ingevoerd werd verder het direct betalen bij de meteropneming, waardoor het incasseeren één gang van één persoon wordt, in plaats meteropnemen en later quitantie presenteeren. Een model der gebruikte kaarten wordt afgedrukt.

Ten bewijze van het belang der vereenvoudiging wordt medegedeeld, hoe bij het nieuwe systeem één boekhouder het werk verricht, waarvoor vroeger 2 boekhouders en 3 assistent-boekhouders noodig waren. De afdeeling „Kas” vereischt thans een kassier met een assistent, waarvoor voorheen totaal 4 personen noodig waren.

Schr. besluit met te zeggen, dat men bij dergelijke hervormingspogingen echter niet bang moet zijn voor de bui, die daarbij uit de bureaucratische windhoek dreigt te komen opzetten. Zou hier te lande ook nog niet iets te vereenvoudigen zijn ?

(B. a B.)

Onderzoek naar de werkzaamheid der sproei-inrichting bij de waterleiding, door Prof. Dr. K. Kiszkalt.

Gas- und Wasserfach. Jrg. 65, n°. 3, p. 37-39.

Volgens de nieuwere opvatting geschiedt de oxydatie van het opgeloste ferrocarbonaat eerst tot kolloïdaal opgelost ijzer-hydroxyd (sol), dat in sterke verdunning onzichtbaar is, in groo.tere hoeveelheid het water geel kleurt doch helder laat en meer of minder snel coaguleert en neerslaat (als gel). Het coaguleeren wordt versneld door aanraking met versch neergeslagen ijzer-hydroxyd, hetgeen zoowel bij het sproeien als op het filter geschiedt.

Bij het sproeien moet nu zoowel O opgenomen als CO2 afgestaan worden en ook coa-

guleeren van de kolloïdale oplossing plaats hebben. De beide eerste werkingen zullen in den regel in ruim voldoende mate plaats hebben, de laatste dikwijls slechts gebrekkig. Dit punt wordt door schrijver nader uitgewerkt aan de hand van gedane onderzoekingen.

(B. a B.)

Hcnzolwasschers in het gasbedrijf, door A. ViEHOFF.

Gas- und Wasserfach. Jrg. 65, n". 5, p. 65-67.

De lage valuta maakt het voor Duitschland uiterst bezwaarlijk voldoende vloeibare brandstof te importeeren; vandaar het groote belang van dit vraagstuk voor de Duitsche gasindustrie.

Successievelijk bespreekt schr. plaats van opstelling en controle der benzolwassching, de wascholie, de naphtaline, de verwerking van het voorproduct, stoom- en koelwaterverbruik.

(B. a B.)

De vorm van deelneming der arbeidnemers aan kapitaal en winst van ondernemingen.

Gas- und Wasserfach. Jrg. 65, n“. 5, p. 71-72.

Dit probleem is op het Duitsch juridisch congres te Bamberg behandeld door Prof. Dr. Kaskels en Dr. Ehrenzweig. Doel is het scheppen van een belangen – gemeenschap tusschen ondernemers en arbeidnemers. (Waarom moet deze titulatuur eigenlijk het zuivere, krachtige woord „werkman” vervangen; wordt ~werken”, behalve minder gebruikelijk, ook nog minderwaardig?)

Deze deelneming wordt slechts voor rendeerende bedrijven uitvoerbaar geacht. (Dit vermindert de mogelijkheid van toepassing tegenwoordig wel eenigszins !) Wettelijk gedwongen invoering wordt beslist ontraden. Voor Staatsen Gemeentebedrijven acht Prof. Kaskels deze deelname ook minder geschikt. Een aantal vormen, hoe deze deelneming kan geschieden, wordt besproken.

(B. a B.)

Het stoomen van verticale retorten, door Sir George Beilby.

Gas Journal 1921, no 3030, p. 542- 548 en n°. 3031, p. 609-618.

Dit belangrijke onderwerp is in studie ge-

nomen door de Fuel Research Board en is