voor de persoon, die verantwoordelijk is, minstens evenveel waarde hebben als een laboratoriumproef in een groote fabriek. Voor eene juiste proef, n. 1. de zuivere samenstelling van het gas hebben vorenstaande apparaten geen waarde. Doch voor de practijk in eene kleine fabriek zijn deze gezamenlijk evenveel waard als eene ontleding van het gas in onderdeelen. waar wij betrekkelijk niets aan hebben.

ik spreek steeds over kleine fabrieken; grootere hebben, of nemen hunne watergasinstallaties.

Den heer Hudelaar kan ik dus gerust stellen. Mijne ondervinding gedurende mijn 22-jarig directeurschap waarborgen. Collega’s, dat ik resultaten zou publiceeren, waarmede ik over één nacht ijs zou gaan. .Al komt het dan ook van een kleine fabriek.

Verder kan ik zeggen, dat ik bij niets of niemand geïnteresseerd ben en dat mijne publicaties louter uit collegialiteit voortkomen.

Yerseke, April 1922.

Eenige opmerkingen over gasverwarming.

door J. \'ersfelt, w. 1.

Het Fransche spreekwoord, waarmede het met dit gelijknamige artikel, voorkomend iu Het Gas van 1 .April j.1., begint, wekt het vermoeden, dat hier iets recht moet worden gepraat, dat in werkelijkheid krom is. Dit vermoeden wordt bevestigd wanneer men een bladzijde verder ziet. dat de schrijver een leidingsvoorschrift aanhaalt, dat niet is vastgesteld, doch in tegendeel gewijzigd in een richting, die geheel ingaat tegen het betoog van den schrijver.

De redacteur, die daarop tweemaal in een noot de aandacht vestigt, heeft hiermede reeds de vinger op een der wondeplekken gelegd. Nu zou het kunnen zijn, dat de vastgestelde L. te streng zijn en dat de practijk heeft bewezen, dat men zonder bezwaar 20 liter gas per M 3 inhoud van een lokaal zonder afvoer kan verbranden en blijkens het heele betoog van den schrijver, waarin achtereenvolgens een koffiehuis, een kegelbaan, een deftig huisgezin en een zeer punctueele juffrouw bij te pas komen en ten slotte de juridische faculteit van de Universiteit de kroon op het werk komt zetten, wil hij ons dat inderdaad doen gelooven.

Nadat gesproken is van het plaatsen van een zeker soort gaskachels zonder afvoer leest men n.1.: „Thans functioneeren deze radiatoren

in de -Agnietenkapel reeds maanden lang tot uiterste tevredenheid".

Dit nu, het spijt mij dat ik het zoo moet zeggen, is geheel in strijd met de werkelijkheid. De waarheid is, dat men niet anders dan klachten erover heeft geslaakt; men heeft er last van vocht aan de wanden en de boeken, men klaagt over benauwde lucht enz.

Ik meen goed te doen hierop te wijzen omdat het m. i. verkeerd is een verwarraingssysteem, in casu gasverwarming, dat op zichzelf goed is, zoodanig slecht toe te passen, dat daarmede het heele systeem in discrediet komt, was des te meer klemt wanneer deze slechte toepassing als uiterst goed wordt voorgesteld.

De woorden; „Houdt men onvoorwaardelijk vast aan afvoer der verbrandingsgassen, dan zal men in de meeste gevallen niet anders bereiken, dan dat men de menschen tot een goeden klant van den petroleumhandelaar maakt,” zou ik liever willen lezen als volgt: Houdt men onvoorwaardelijk vast aan gasverwarming, ook waar zij niet met goed gevolg kan worden toegepast, dan zal men in de meeste gevallen niet anders bereiken dan dat men de menschen er voor altijd afkeerig van maakt.