De ammoniakproducten in de gasindustrie,

door D. Stavorinus.

Dit stikstofproduct van het gasbedrijf verkeert in de laatste jaren in een eigenaardigen toestand. Dat is reeds een tiental jaren geleden aangevangen, toen het Haber procédé tot een voldongen feit geworden was en de synthetische ammoniak-producten op de wereldmarkt verschenen. Van dien tijd af had men met een betrekkelijke overproductie aan ammoniak rekening te houden, ten gevolge waarvan dalende prijzen in het verschiet lagen.

De oorlog heeft daarna alles in de war gestuurd, doch een enorme uitbreiding gegeven aan de synthetische processen. Zoowel in Engeland als in Frankrijk is de bereiding van synthetische ammoniak met kracht ter hand genomen en het zijn hoofdzakelijk de ceconomische omstandigheden, die een grootere uitbreiding tegenhouden.

In Duitschland zijn het vooral gebrek aan brandstoffen en gebrek aan zwavelzuur, die de productie van synthetische ammoniak ernstig in den weg staan. Dit zelfde gebrek aan zwavelzuur is ook aanleiding, dat men in de Duitsche gasindustrie op middelen zint, ten einde door bereiding van andere ammoniak-verbindingen inlandsche grondstoffen met succes en voordeel te kunnen verwerken.

Niettemin heeft de hoedanigheid van het in den handel gebrachte synthetische ammoniumsulfaat een duidelijken invloed gehad op de verlangens van de sulfaatverbruikers. Genoemd zout komt namelijk in een hoogen graad van zuiverheid in den handel, in bijna neutralen staat, zoo goed als watervrij en heeft daarbij of daardoor den vorm van een los en goed strooibaar kristallyn poeder. Het directe gevolg hiervan is geweest, dat het Duitsche cokesovenbedrijf aangevangen is dit bijproduct eveneens op zoodanige wijze te bewerken, dat het in eigenschappen aan het synthetische sulfaat nabij komt. Sedert eenigen tijd legt de Engelsche cokesoven- en gasindustrie zich nu ook op de productie van een zuiver ammonium-sulfaat toe en hoort men in de vaklitteratuur rondweg verkondigen, dat een niet volmaakt droog en zuurvrij sulfaat, binnen afzienbaren tijd onverkoopbaar zal zijn.

Er zijn dan ook reeds heel wat patenten

genomen en verhandelingen verschenen, welke de bereiding van een droog en zuurvrij ammoniumzout tot doel hebben.

Een resumé te geven van wat er alzoo op dit gebied als der vermelding waard mag worden aangemerkt, moge het doel zijn van dit artikel; een later overzicht zal dan de winning van den ammoniak en wat daarmede samenhangt, behandelen.

Van belang voor de ceconomie van het bedrijf, vooral bij kleinere gasfabrieken, is de vraag of ammoniakwater als zoodanig voor bemesting bruikbaar is. Die vraag wordt door den Duitschen landbouw van verschillende zijden bevestigend beantwoord. Niet alleen toont het ammoniakwater zich een goede meststof, doch het blijkt daarbij flink bij te dragen tot verdelging van ongedierte en parasieten, vooral de nematoden.

In het Gas- en Wasserfach (1922—123) worden de volgende algemeene gezichtspunten medegedeeld.

1. Elke grondsoort kan met ammoniakwater gemest worden.

2. Het kan in elke sterkte beneden 20 Bé en in elk jaargetijde toegepast worden.

3. De bemesting geschiedt op dezelfde wijze als met vloeibare mest (gier).

4. De oogstopbrengst is veel hooger dan bij gierbemesting.

5. Bij weidebemesting moet bij donker weer opgespoten worden, daar in den zonneschijn het grasgewas verbranden kan.

Voor aardappelvelden (bemesting in Februari-Maart) gebruikt men per 1000 M 2 250—300 liter, voor groentevelden (Maart) 350-400 liter, voor bieten (April-Mei) 200-250 liter, gerst en haver (Eebruari-Maart) 300-350 liter, wintergraan (September) 400 liter, weidegrond (winter) 250 liter, alles verdund met het dubbele of drievoudige volumen water. Er is bij deze toepassing van het bijproduct een bezwarende omstandigheid nl. de verhouding van seizoenverbruik en voorraadberging, zoodat te vreezen is, dat er zich in het najaar nog al groote voorraden zullen opzamelen, aangezien pas in Februari een ruim verbruik te wachten is. Niettemin kan deze manier van afzet, wellicht in tal van