Daar ik mij met dit systeem om deze zelfde redenen niet kon vereenigen en het reductiesysteem geen genade kon vinden, heb ik gezocht naar eene andere oplossing, door n.l. voor bepaalde groepen aangeslotenen een normaal verbruik vast te stellen, waarboven de reductie zou moeten in gaan. Dit normaal verbruik moest vrijwel overeenkomen met het gemiddelde verbruik van de leden van de groep, wier verbruik onderling niet al te veel uit één mochten loopen.

Kon deze indeeling in groepen worden bereikt, dan zouden de „goede vrienden” uit elke groep, wier verbruik reeds vroeger boven het normale uitstak, niet worden benadeeld. Ook zou dit systeem voor alle aangeslotenen een prikkel tot meer verbruik zijn, omdat ieder ten slotte niet ver af zou zijn van het gemiddelde cijfer van zijn groep. Ook zou dan het bezwaar, van zekere zijde gemaakt, vervallen tegen een reductie boven een gelijk bedrag voor allen, het bezwaar n.l. van ondemocratisch te zijn.

De moeilijkheid was, een goede groepenindeeling te verkrijgen. Ten slotte kwam de grootte van de woning mij als maatstaf het beste voor. Dit was in zooverre niets nieuws, daar het muntgas toch ook steeds aan een bepaald woningtype verbonden is geweest

Het bleek ook inderdaad, dat, vooral in kleinere woningen, de verbruiken zich groepeerden om een bepaald gemiddelde, afhankelijk van de grootte van de woning. Bij de grootere woningen loopen de verbruiken veel meer uit één.

Deze beschouwingen voerden tot het volgende tarief, dat 4 April j.l. door den gemeenteraad van Nijmegen is aangenomen en dat ik hier laat volgen.

De gasprijs bedraagt 13 cent per M 3.

Voor eiken gasverbruik per maand boven een in verband met de grootte van de betrokken woning vast te stelletf minimum-verbruik, bedraagt de prijs 7 cent per Als maand wordt gerekend de tijd tusschen twee meteropnemingen in twee opeenvolgende kalendermaanden.

Het minimum-verbruik, waarboven de reductie begint, bedraagt voor woningen, waarin zich bevinden; minder dan 2 vertr. 30 M 3 p.m. 2of meer, doch „ „ 4 ~ 40 „ „ „ »» »» ~ ~ 6 ~ 50 ~ ~ ~ 6.. „ „ „ „10 „ 60 „„ „ 10 „ „ vertrekken 70 „ „ „

Voor de berekening van het aantal vertrekken wordt:

elk vertrek met een oppervlakte beneden 4 M 2 niet mede gerekend;

elk vertrek met een oppervlakte van 4 of meer, doch minder den 16 M 2 voor i/, vertrek gerekend:

elk vertrek met een oppervlakte van 16 of meer, doch minder dan 40 M 2 voor 1 vertrek gerekend;

elk vertrek met een oppervlakte van 40 M 2 of meer voor 2 vertrekken gerekend.

Als vertrekken worden eveneens beschouwd winkels, werkplaatsen, keukens, waschlokalen, stallen, koetshuizen, trekkasten en dergelijke lokaliteiten, ook al zijn deze afgescheiden van de huizen, indien zij slechts van het erf toegankelijk zijn.

Zolders en lokalen, welke uitsluitend gebezigd worden als magazijn, bergplaats of kelder worden niet als vertrekken beschouwd.

Deze zelfde berekening geldt ook voor nijverheidsinrichtingen, bedrijven, inrichtingen voor ziekenverpleging, kerken en scholen. In gevallen van twijfel beslist de Directie van de gasfabriek.

Het kwam ons hierbij goed te stade, dat te Nijmegen gasfabriek en waterleiding zijn gecombineerd, waardoor wij in de abonnementen van de waterleiding reeds beschikten over de gegevens van de woningen, zoodat deze niet meer behoefden te worden verzameld.

De tegenwerping kan worden gemaakt, dat dit tarief eene belangrijke winstderving ten gevolge heeft, die moeilijk is te overzien. Eene winstderving is er zeker, doch zij kan vrij zuiver worden berekend. Hiertoe is nagegaan hoeveel verbruikers er onder elke groep vallen, hetgeen aan de hand van de waterabonnementen vrij snel kon geschieden. Daarna is voor elk van de groepen het meerverbruik boven het voor die groep vastgestelde minimum berekend. Hiertoe is de maand November 1922 als maatstaf genomen, omdat in den winter de verbruiken het meest uit één loopen, waardoor het meerverbruik in den winter percentsgewijze grooter is dan in den zomer en dientengevolge ook de winstderving ten gevolge van de reductie. Door de maand November als maatstaf voor het geheele jaar te nemen, werd dus aan den veiligen kant gewerkt. Het resultaat van deze berekening was, dat de winstderving tengevolge