Fitterscursussen,

door D. L. F. van der Lippe.

Nu de povere resultaten van het onlangs gehouden fiittersexamen bekend zijn, meen ik, in het belang van het onderwijs aan fitters, '’oed te doen, een en ander over bovenstaand onderwerp te schrijven.

Dat dit jaar de exameneischen iets zwaarder waren dan vorig jaar en alleen op een voldoend aantal punten voor het schriftelijk en mondeling gedeelte afzonderlijk geslaagd kon worden, zal wel als oorzaak voor het, in vergelijking bij vorige jaren, geringe aantal geslaagden zijn aan te merken, maar, deze feiten waren aan cursisten en leiders bekend en kunnen dus niet als motieven ter verontschuldiging voor het geringe succes worden aangevoerd.

Hoe het zij, de kennis van de meeste candidaten was onvoldoende en er dient overwogen te worden hoe hel een volgende keer er beter af te brengen. Intusschen is het een belangrijke stap in de goede richting, dat de Vereeniging van Gasfabrikanten jaar op jaar het examen iets moeilijker maakt en nu op genoemde manier examineert, want het uitreiken van diploma’s aan menschen, die zonder eenige vooropleiding, zooals in 1920 aan het examen deelnamen, had de waarde van het diploma in veler oog tot O gereduceerd.

Ook het te behalen „voldoende”, „goed” en „zeer goed” gaf te veel en te gemakkelijk kans om het diploma machtig te worden.

Nu daarmede is gebroken en alleen op „punten” het diploma verkregen kan worden, verhoogt de waarde niet gering, maar zal het velen ook moeilijker vallen, het diploma te bemachtigen. Vooral de ouderen, menschen van tegen de 50, die met gewone- en tiendeelige breuken heel gauw overhoop liggen, zooals mij tijdens den afgeloopen cursus bleek, zullen zich bijzonder moeten inspannen. Er zal mij allicht tegengeworpen worden, dat niet zoozeer voor de oudere, maar voor de jongere fitters het examen in het leven geroepen is. Dit mag echter m. i. geen reden zijn om die menschen en hen, die een minder volledige schoolopleiding gehad hebben, aan hun lot over te laten. Juist aan dergelijke personen, die overigens een goeden wil toonen, moet dan een cursusleider, naast zijn vele werkzaamheden aan een cursus verbonden, naar mijne meening, nog wat extra

tijd en moeite geven. Het gaat natuurlijk niet op, naast den fitterscursus een cursus in Nederlandsche taal en rekenen te houden, doch waar iemand met wat hulp rekenkundig voor het examen op peil is te brengen, mag dit niet worden nagelaten, al is het eenvoudiger voor dat doel te verwijzen naar een herhalings- of avondcursus. Nu blijft het volgen van een fitterscursus ook voor diegenen, die wegens te geringe ontwikkeling niet aan deelneming aan het examen kunnen denken een hoogst nuttige zaak en ligt het ook geenszins in mijne bedoeling, die menschen daarvan terug te houden, al zal een gedeelte van de avonden voor hen als verloren tijd zijn te beschouwen, daar zij hetgeen behandeld wordt, dan niet of slechts ten deele kunnen volgen.

Dat een cursusleider in het programma van eischen een richtsnoer vindt ter bepaling van de te behandelen stof, staat vast; desniettegenstaande wil het mij voorkomen, dat nu op zeer verschillende manieren gewerkt zal worden en dat overleg tusschen de leiders over de te volgen methode zeer gewenscht zou zijn. Misschien kan door de Vereeniging van Gasfabrikanten hierin verbetering gebracht worden door een samenkomst tusschen de leiders onder hare leiding te doen plaats vinden of verkrijgen van contact op andere wijze te bevorderen. M. i. dient bij het onderwijs één lijn gevolgd te worden en moet nauwkeurig bekend zijn, ivat over een bepaald onderdeel b.v. natuurkunde gegeven dient te worden ; niet moet ieder op eigen gelegenheid verder gaan, maar allen volgens een vastgesteld leerplan. Dit althans wat betreft de schoolvakken. Voor het eigenlijke „vak” dient de vrije hand gelaten te worden en zou voorschrijven van te volgen regelen alleen kunnen schaden.

Een ander belangrijk punt is, welk materiaal staat hier en elders den leiders ten dienste ? Het is mij gebleken, dat vele fitters uit op kleine schaal uitgevoerde teekeningen van doorsneden van toestellen, niet veel wijzer worden en er spoedig in verward raken. Groote doorsneêteekeningen zijn beter, maar werkelijke doorsneêmodellen brengen het gewenschte licht. Beschikt men op iederen cursus over glazen of uit elkander neembare gasmeters van ver-