Het volgende vraagpunt, afkomstig van den heer Mooy, werd eveneens in een schriftelijke uiteenzetting door hem toegelicht; het luidde: Bestaat er voor onze Vereeniging behoefte aan een bureau, dat hare leden kan voorlichten omtrent de wijze, waarop en de middelen, waarmede propaganda kan worden gemaakt voor gebruik van gas.

Gedachtenwisseling volgde niet op deze toelichting, terwijl ’s Voorzitters nawoord conclueerde tot koppeling van dit punt aan de overweging door het Bestuur van oprichting van een centraal laboratorium.

Op 18 September brachten de leden der Vereeniging, vergezeld door een groot aantal buitenlandsche gasten een bezoek aan de Internationale Gastentoonstelling te Amsterdam en aan de Zuidergasfabriek aldaar.

De een-en-veertigste vergadering is gehouden op 9 en 10 Juli 1913 te Rotterdam, o. a. meer in het bijzonder met het oog op een bezoek aan de nieuwe gasfabriek aan de Keilehaven, waaromtrent een uitgebreide beschrijving door den heer Sissingh in het verslag is opgenomen.

Herdacht werd het overlijden van het Eerelid L. F. C. VAN Erf Taalman Kip, den stichter van de Vereeniging, op 10 April van dit jaar.

Medegedeeld werd, dat een deputatie uit onze Vereeniging hare gelukwenschen was gaan overbrengen aan de Institution of Gas Engineers, die haar Gouden Jubileum vierde. De Voorzitters van beide Vereenigingen werden wederzijds tot Eereleden benoemd (Corbet Woodall bij ons, Bolsius bij de Engelsche Vereeniging).

Na eenige discussie werd besloten de contributie van ƒ 10,— op f 15,— te brengen, terwijl ook het daarop volgende bestuursvoorstel werd aangenomen: tot aanstelling van een vasten ambtenaar in dienst der Vereeniging van Gasfabrikanten in Nederland.

Een belangrijke voordracht over de vraag wanneer persgas en wanneer normaal-druk-gas te verkiezen zou zijn, werd gehouden door den heer Alberts.

De heer van Doesburgh sprak uitvoerig over centraal generatoren terwijl over registreerende apparaten van Simmance & Abady mededeelingen werden gedaan door den heer Koopman.

De twee-en-veertigste vergadering (Vlissingen, 14 en 15 Juli 1914), hield zich langen tijd bezig met Statuten- en Reglementswijziging van in-

grijpenden aard, o. m. regelende de instelling in dat jaar van het Centraal-Bureau.

Naar aanleiding van een vraag hoe het nu stond met de reeds enkele jaren aanhangige fusie met de Vereeniging voor Waterleidingsbelangen in Nederland, werd medegedeeld, dat besprekingen aanstaande waren over het afstaan van ruimte in Het Gas voor die Vereeniging, hetgeen dan ook later gebeurd is.

Op den tweeden dag deed de heer van Niftrik, eene mededeeling over de verlichting van het eiland Walcheren en de heer Blom een omtrent het gebruiken van gewapend beton voor ammoniakputten.

Uitvoeriger was de mededeeling over een nieuwen economischen brander voor hangend gasgloeilicht (Kiiling’s Mundus kous) door den heer C. J. Snijders.

Levendige discussie ontstond naar aanleiding van een vraagpunt, over te nemen maatregelen indien bij een plotselinge breuk van de stoomleiding de exhausters stil komen te staan.

Op 7 en 8 Juli 1915 kwam te Nijmegen de vier-en-veertigste Vergadering bijeen, waarin de Voorzitter in zijn openingsrede een schets gaf van de gebeurtenissen in onze gasindustrie, welke gevolg waren van den in 1914 uitgebroken oorlog.

De afgetreden Secretaris van Doesburgh werd tot Eerelid benoemd.

De heer Dr. F. van Oostrom Meyjes hield een uitvoerige voordracht over afgewerkte ijzeraarde, waaraan zich eene levendige discussie aansloot.

Uitgebreide besprekingen werden gehouden bij de behandeling van het vraagpunt; wie heeft ervaring opgedaan met het destilleeren van turf.

De heer Snijders lichtte een vraagpunt toe, betoogende de wenschelijkheid van opstelling van leiding-voorschriften. Het gevolg was de instelling van eene Commissie voor opstelling van leiding-voorschriften.

Evenzoo werd, na uitgebreide besprekingen, besloten tot instelling van eene Commissie om te verkrijgen, dat de gegevens omtrent cokes voor het Statistisch Overzicht door alle fabrieken op dezelfde wijze zouden worden opgesteld en becijferd.

Zeer uitvoerige en zeer belangrijke beschouwingen werden gehouden over de vraag of gasprijsverhooging gemotiveerd was. Niet zoozeer de vraag op zich zelf, maar wel de bij