het, ter vermijding van het door den heer Niermeyer genoemde bezwaar, niet goed zou zijn dat gevolgd werd de weg, die naar de heer Beekman mededeelde, ook gevolgd wordt door de Vereeniging van Directeuren van Electriciteitsbedrijven. Als dit systeem gevolgd wordt dan kan een directeur op een gegeven oogenblik tegenover het gemeentebestuur of de gascommissie voor den dag komen met de curve; hij kan dan zeggen: daarmede wordt die fabriek bedoeld; die staat geheel gelijk aan onze fabriek; ge ziet wat men daar bereikt. Dat kan van invloed zijit. Maar men moet voorkomen, dat het publiek eenvoudig wil nagaan uit bedilzucht of een bepaalde directeur goed werkt al dan niet.

Nu is in dit verband ook genoemd de Statistiek. Steeds heeft daar bovenaan gestaan; vertrouwelijk, al is het in den laatsten tijd minder vertrouwelijk geweest. Ik wil wel zeggen, dat het zeer velen directeuren onaangename oogenblikken heeft bezorgd, wanneer die statistiek in handen was gekomen van een commissie, die den directeur op den kop wil zitten en iets wilde beginnen om hem onaangenaam te zijn.

Ik heb dit als oudere gezegd ter overdenking, maar ik ben er van overtuigd dat, wanneer de vergadering er toe besluit om een commissie in het leven te roepen zooals de heer B 1 a a u w voorstelt, zij dan een goed werk doet. Wij zullen dan zeker over een jaar een voorstel hebben in de eene of in de andere richting waarover gediscussieerd kan worden en dan zal uitgemaakt kunnen worden, of het moet ingericht worden op de manier zooals de heer Beekman heeft aangegeven dan wel dat toegepast zal worden de volledige openbaarheid, welke de heer Bruinwold Riedel voorstaat.

De heer J. D. A. Sneep (Vlaardingen). Mijnheer de Voorzitter. U hebt in twijfel getrokken, of de beheerder van een particuliere gasfabriek wel bereid zou zijn de in zijn bedrijf verkregen cijfers openbaar te maken. Ik wensch de vraag te stellen; zijn wij, als directeuren van een gemeentebedrijf, wel gerechtigd om cijfers bekend te maken in dier voege als de heer B 1 a a u w heeft voorgesteld?

Er zijn toch door de gemeentebesturen ook ten opzichte van de gemeentepolitiek maatregelen te treffen, waarbij de gasbedrijven en andere bedrijven gebezigd worden om de gemeentebegrooting sluitend te maken, ten einde de gemeentefinanciƫn te steunen. Ligt het dan op den weg van ons, als gemeente-ambtenaren, om die cijfers vergelijkbaar de wereld in te sturen? Ik meen die vraag ontkennend te moeten beantwoorden. Wij als bedrijfsleiders zullen er geen bezwaar tegen hebben, maar ik denk dat de gemeentebesturen over het algemeen niet diezelfde inzichten zullen hebben.

De heer }. Ph. Bruinwold Riedel (Utrecht). De heer B 1 a a u w heeft toch duidelijk gezegd, dat geen enkele gemeente verplicht zal zijn meer gegevens te verstrekken dan zij geven wil. Het gaat er alleen om, hoe men de gegevens, die verstrekt worden, zal opbouwen.

De Voorzitter. Men zal er niet veel aan hebben, als een aantal bedrijven geen gegevens inzenden. Dan kan men geen vergelijking maken tusschen verschillende fabrieken.

Eerst zal nu in principe uitgemaakt moeten worden, of de vergadering zich al dan niet vereenigt met het voorstel van den heer Niermeyer om geheel van deze zaak af te zien.

Ik verzoek de heeren, die voor dit voorstel zijn, van hun zitplaatsen op te staan. .

De heer Niermeyer is er blijkbaar zelf ook niet voor. Het gebeurt meer, dat iemand, die voor zich zelf er van overtuigd is dat hij op den goeden weg is, een andere meening verkondigt om te hooren of hetgeen hij gedacht heeft ondersteund wordt. Zoo ben ik eens geweest bij een advocaat om te vragen, of ik in zeker geval zou procedeeren, en heb toen het standpunt van mijn tegenpartij uiteengezet. Die advocaat zei toen; ge hebt groot gelijk; ge kunt gerust procedeeren. Ik wist toen genoeg.

Mag ik dan aannemen, dat het voorstel van den heer B 1 a a u w aanvaard is door de vergadering? (Instemming).

Vindt de vergadering goed, dat het Bestuur een commissie benoemt om in de richting van het voorstel van den heer B 1 a a u w werkzaam te zijn? Het zou moeten wezen een