De uitstootmachine is naar Amerikaansch model van bijzonder solide constructie; zij weegt 70 ton en rijdt op twee zware rails, stevig bevestigd op een betonnen fundatie,’om den zijdelingschen druk tijdens het uitdrukken op te nemen. Zij is voorzien van een planeermrichting en een toestel voor het wegnemen der voordeuren. Aan de achterzijde geschiedt dit wegnemen door een langs de ovens verrijdbare machine, die tevens dient als geleider voor den kookskoek bij het uitstooten.

Van de gegoten ijzeren ovendeuren, die voor leemdichting zijn ingericht, is nog te vermelden, dat zij op een bijzondere wijze in de ovens sluiten, n.l. als een stop in een flesch; dus zij liggen niet zooals bij de oudere kooksovens gewoon tegen de ovenkopsteenen aan. Het voordeel hiervan is dat de deuren ongeveer 15 c.M. in de kamers dringen en dus geen steenkool komt te liggen in de koudere oveneinden, hetgeen ongare vóór- en achtereinden van de kooks voorkomt.

De bijzondere sluiting heeft echter ook een bijzondere dèur-afneeminrichting noodig gemaakt, daar de deuren nu niet meer eenvoudig door een over de ovens rijdend liertje kunnen opgeheschen worden.

De uit den oven gedrukte kooks wordt in een ijzeren op normaalspoor rijdenden bluschwagen, opgevangen en door een stoomlocomotief naar een betonnen bluschtoren gereden.

waar het blusschen door een regelbare waterbesproeiing plaats heeft. Het bluschstation is voorzien van waterreservoir, centrifugaalpompen en bezinkbakken. Na gebluscht te zijn wordt de bluschwagen, die voor onderlossing is ingericht, naar een kookshelling gereden en de kooks hier op afgelaten.

Bluschtoren met watertoren. Op den achtergrond de hoogoveninstallatie