3 groepen van kosten te onderscheiden en wel:

1. fabricagekosten,

2. distributiekosten,

en 3. algemeene kosten.

Nu is men echter met deze 3 groepen al evenmin klaar, als daar net met den kostprijs als resultante van kosten gedeeld door afgifte.

Want gas te leveren b.v. alleen tegen fabricagekosten (aan grootverbruikers) of tegen fabricagekosten en distributiekosten (aan z.g, kleinkrachtverbruikers) zal in vele gevallen tot een verkeerd resultaat leiden, ook al houdt men rekening met een zekere winstmarge.

De groep algemeene kosten moet in de calculatie inbegrepen worden. Het is echter juist deze groep, die de meeste zorgen baart.

Gaan wij eerst eens na welke kosten zooal onder deze groep vallen.

Dan vinden wij o. a. de volgende:

I. Rente en afschrijving.

2. Storting in fondsen, als reservefondsen, pensioenfondsen.

3. Pensioenen. 4. Wachtgelden.

5. Ziektegelden. 6. Vacantiegelden

7. Invaliditeits- en ouderdomsverzekering.

8. Bureaukosten, als schrijf- en teekenbehoeften, kanloorbenoodigdheden, drukwerk, zegels, abonnementen op tijdschriften, boekwerken, fooien, advocaat-, notaris- en accountantskosten.

9. Verlichting en verwarming kantoorgebouwen.

10. Assurantiepremiƫn.

11. Reis- en verblijfkosten.

12. Onderhoudskosten van kantoren en kantoorinrichting.

13. Salarissen van directie, administratief personeel, teekenaars enz.

U ziet het is geen onbelangrijke lijst, terwijl veilig mag worden aangenomen, dat voor een fabriek van middelmatigen omvang de posten al spoedig in totaal eenige tonnen zullen bedragen.

Hoe nu deze kosten over de verschillende groepen te verdeelen? Ik geef direct gewonnen, dat die verdeeling met het oog op den kleinverbruiker, er niet zoo zeer op aankomt, deze moet toch in alle kosten meedragen.

Bij grootere afnemers komt de verdeeling er echter wel degelijk op aan, temeer daar de gasfabriek dan vaak moet concurreeren

tegen electriciteit, petroleum of vaste brandstoffen, en men den afnemer billijkerwijze wel alles moet laten betalen, wat ten zijnen laste dient te worden gebracht, doch indien mogelijk, ook geen cent meer.

Nemen wij nu b.v. eerst de post rente en afschrijving eens. Indien de boekwaarde der verschillende objecten bekend is, wat lang niet altijd het geval is, dan kan een verdeeling plaats vinden in verhouding tot die boekwaarden.

Moet een grootverbruiker nu echter zijn volle aandeel in deze rente en afschrijving mee betalen ?

Indien een fabriek vol belast is zeer zeker. Maar vele gasfabrieken zijn niet overbelast, hebben een reserve, die te groot is in verhouding tot de afname van de fabriek.

Moet men scherp concurreeren, dan is het zeker gewettigd de rente en afschrijving geheel of gedeeltelijk buiten beschouwing te laten.

Niettemin zal de directie, die hiertoe overgaat, zich zeer goed rekenschap moeten geven van hetgeen zij doet, ook met het oog op andere toekomstige klanten en de duur waarvoor zij een dergelijk contract zou moeten en kunnen aangaan.

Bovendien doet zich deze vraag van rente en afschrijving niet alleen voor in verband met de capaciteit van de fabriek, doch ook met betrekking tot de capaciteit van het buizennet.

Hier kan echter in sommige gevallen nog een andere weg worden ingeslagen, door den afnemer een eigen buisleiding te geven en hem alleen de rente en afschrijving van die buis te laten betalen, of indien het net zwaar genoeg is hem te laten betalen naar rato van een fictieve buisleiding van een afmeting zooals die noodig zou zijn, indien een speciale buis voor hem gelegd zou moeten worden.

Denken wij nu nog eens aan de posten bureaukosten, en salarissen directie etc., om van de andere voorloopig maar niet te spreken. Hoe moeten deze verdeeld worden over de beide groepen fabricage- en distributiekosten en in hoeverre moeten zij aan grootverbruikers in rekening worden gebracht.

Ik geloof niet, dat het doenlijk is hiervoor vaste regels te geven. Het wordt eenvoudig een kwestie van uitpluizen, een helder inzicht van directeur en administrateur en overwegen van elk geval in het bijzonder en last not least, de beschikking over goed gespecificeerde