Dat ligt hieraan, dat wij voor de ovenbatterij noodig zullen hebben 2 generatoren, en nu hadden wij nog een derde daarbij gedacht als reserve, maar wij hebben 5 van die generatoren staan, omdat wij één generator ook wenschen te gebruiken voor eventueele stoomopwekking, om dus met gas stoom te kunnen opwekken.

Ik wil niet dadelijk zeggen, dat onze berekening ons heeft verteld, dat het economisch juist is om stoom te maken uit generatorgas, dus uit de cokes eerst te maken gas en met dat gas stoom op te wekken. Als men het zoo direct uitrekent, dan zit er geen voordeel in. Maar voor ons was er weder een bijzondere aanleiding om het op deze manier te doen. Die aanleiding was, dat bij ons de stoom opgewekt wordt door de droge bluschinrichting en dat die stoom weder gebruikt wordt om electriciteit te maken.

Hoewel de ovenbatterijen en de inrichting het zouden toelaten om in 8 uur af te destilleeren en alle manipulatiën te verrichten, zijn wij er toch toe gekomen om dat niet in dat korte tijdsbestek te doen maar in 16 uren tijds, en wel om daardoor én de cokeshoeveelheid én dus de stoomproductie te verdeelen over die 16 uur, en verder met het oog op de gelijkmatigheid van de samenstelling van het gas, dat ontwikkeld wordt.

Nu hebben wij dus nog 8 nachtelijke uren over, waarin geen charge plaats heeft, waarbij wij geen stoom krijgen uit de droge bluschinrichting, hoewel met deze groote inrichting zeker nog wel gedurende 4 a 5 uren stoom verkregen zou worden uit de hoeveelheid gloeiende cokes, welke in den doofpot zit.

Wij moeten dus in de nachtelijke uren aanvullend kunnen optreden en nu zou het niet loonend en niet juist zijn om daarvoor te hebben een afzonderlijke ketelbatterij met afzonderlijke bediening. Wij hebben dus eenvoudig een ketel, zooals men heeft kunnen zien op de 1.T.0.G.A. te Amsterdam, die bestemd is om met gas gestookt te worden. Die ketel staat in een ruimte onder de ketelruimte van de Sulzer-inrichting. Wij hebben niets anders te doen dan een gaskraan open te zetten en dan wordt de stoom ontwikkeld, welken wij noodig hebben. Daarvoor hebben wij die twee andere generatoren nog ter beschikking gehouden.

Het ontwikkelde gas wordt afgevoerd door een leiding, die door de lucht gelegd is. Het wordt in 2 ruimtekoelers voorgekoeld en daarna wordt het van teer gezuiverd.

Een van de merkwaardige dingen hier is, dat wij niet dadelijk het gas afkoelen tot de definitieve temperatuur; wij behouden in verband met de directe sulfaatbewerking een hoogere temperatuur; deze is voor het directe sulfaatsysteem noodig. Wij koelen dus in die voorkelders het gas maar tot een betrekkelijk hooge temperatuur af en daarna gaat het gas door den teerafscheider.

De teerafscheider is een geheel andere inrichting, dan men op de gasfabriek gewend is. Het is niet een pelouze maar een z.g. teerspray, die eenvoudig berust op dit principe, dat door middel van een centrifugaalpomp steeds teerwater wordt rondgepompt; door de innige aanraking van teer resp. van teerachtig gaswater en gas vindt een technisch volkomen ontteering van het gas plaats.

Het toestel is zeer eenvoudig. Er is geen sprake van, dat het ooit schoongemaakt behoeft te worden. hebben slechts één toestel van dien aard; er is geen reserve; het staat in de open lucht. hebben dus het volle vertrouwen, dat er nooit iets zal gebeuren, dat ons hinderen kan.

Daarna wordt het gas afgezogen en geperst door de verdere toestellen door middel van turbo-exhausters.

laatstgenoemde betreft hebben wij het gewone type losgelaten en zijn wij overgegaan van een soort compressor, tot een snel loopende exhauster, die het compressortype heeft.

Het is zeer merkwaardig, maar dit is ook weder tot stand gekomen tijdens de verbouwing. Het een is ontstaan uit het ander. Toen wij besloten hadden tot het aanbrengen van een droge cokesbluschinrichting, die stoom oplevert, welken wij zoo goedkoop kunnen omzetten in electriciteit, waarvan de verkoopprijs eigenlijk neerkomt op H/ó cent per K.W.U., zijn wij eens gaan uitrekenen, wat voor ons voordeeliger zou zijn; die electriciteit afstaan