aan de gemeente tegen cent per K.W.U., of de electriciteit zooveel mogelijk gebruiken in ons eigen bedrijf. Wij hebben den electrischen stroom van 11/2 cent vergeleken met stoom en wij hebben toen uitgerekend, wat onze oude exhausters gebruikten aan stoom tegen de stroomkosten voor den nieuwen exhauster, en ik kan zeggen dat het resultaat zeer verrassend was.

Ik ben er van overtuigd, dat, aangezien deze turbo-exhausters niet alleen hun kracht behoeven te krijgen van een electromotor maar ook gefabriceerd worden met stoomturbines, het resultaat in het algemeen dit zal zijn, dat men bij toepassing van stoomturbines, aangedreven door turbo-exhausters, ongeveer de helft aan stoom zal besparen.

Dat kan natuurlijk een gevolg zijn van het oneconomisch werken van onze oude exhausters. Ik stip het alleen aan, opdat men wete waarvoor men straks zal komen te staan.

Deze turbo-exhausters zijn nog niet gemonteerd; wij hebben het deksel er af genomen, zoodat men het inwendige ervan zal kunnen zien.

Ik wil verder de aandacht vestigen op een zeer bijzondere regeling, n.l. de regeling van het effect van dien turbo-exhauster.

Er zitten in het laatste vak beweegbare schoepen, welk zich verstellen naarmate de gasdruk in de zuigleiding hooger dan wel lager is. De gasdruk wordt overgebracht door oliedruk en deze verstelt dus de schoepen en door den veranderden stand der schoepen wordt het effect van den exhauster meer of minder.

Het gas, dat wij eerst gekoeld hebben om zooveel mogelijk teer en ammoniak af te scheiden door de condensatie, wordt na den exhauster weder verwarmd om het te brengen op de temperatuur die noodig is voor de directe sulfaatbereiding.

Een beschrijving van het directe sulfaatsysteem zal ik niet geven, dat zou te tijdroovend zijn en men kan beter en rustiger van de voor- en nadeelen ervan kennis nemen uit het boekje, dat aan de leden is verstrekt.

De motieven, waarom wij zijn overgegaan tot het directe systeem, met loslating van het indirecte systeem, dat totnogtoe het gebruikelijke was, zijn in het kort deze.

Het is logischer, dat men niet eerst de ammoniak oplost in water en daarna warmte noodig heeft om de ammoniak weder uit te drijven en op te vangen in gasvorm en vast te leggen met het zwavelzuur. Men gebruikt daarbij dus eerst, wat het vastleggen- betreft, water en daarna noodeloos warmte om de ammoniak, welke men eerst kunstmatig opgevangen heeft, weder uit te drijven. Dat voorkomen wij door het gas, dat verzadigd is met ammoniak, te dompelen in een bad met zwavelzuur.

Het is dan ook zoo, dat de ammoniak, die in het water opgelost is, bij de condensatie als ammoniakwater eenvoudig neerslaat. De ammoniak wordt dan eerst direct op de gewone wijze weder uitgedreven door verwarming en gaat weder terug en komt vóór den exhauster weder bij het gas: gaat met het gas mede en wordt dan in het zwavelzuur gedompeld.

In verband met het directe sulfaatsysteem hadden voor ons turbo-exhausters zooveel voordeel. Men krijgt daarbij niet de schokken van de slagen van een langzaam loopenden exhauster. Deze exhauster heeft een regelmatigen gang en het is wenschelijker om die schokken te vermijden.

Verder is het van groot belang, omdat, aangezien wij voor een zoo groot percentage olie- en watergas maken, onze inrichting van de kolengasfabricage relatief zeer klein was en deze uitbreiding dus voor de kolengasfabriek een zeer belangrijke is. In verband hiermede was onze putruimte voor het bergen van ammoniakwater veel te klein en in ons land met zijn grondwaterstand is het maken van een ammoniakput altijd een zeer kostbare geschiedenis. Wij konden dat vermijden door het directe sulfaatsysteem toe te passen, waardoor wij voor ammoniakwater niet veel bergruimte noodig hadden.

De droge zuivering hebben wij zoodanig veranderd, dat de gasinlaat beurtelings boven, onder of in het midden kan plaats hebben, hetgeen men eiken dag kan verwisselen, ten einde aldus de capaciteit te verhoogen, de aangrijpingsmogelijkheid te vergrooten en het tevens mogelijk te maken, dat de kisten volkomen afgewerkt worden en niet herhaal-