D Loopende onderhoudskosten bij een beschildering volgens „B”.

1) voor de loodrechte oppervlakten:

a) materiaalkosten gashouderbeschermolie 200 Kg. X Goudm. 0,64 Goudm. 128,—

b) arbeidsloon 200 Kg. X Goudm. 1,23 werkuren/100 Kg. X Goudm. 0,43 Goudm. 1,06 totaal Goudm. 129,06

II) voor de gashouder afsluitvlakten (zooals bij olieverf). Vernieuwing van de verflaag na 5 jaar en onkosten voor reparatie per 1 jaar = 8 % van de kosten van de eerste beschildering, dus kosten voor de reparatie per jaar: 1,32 X Goudm. 1176 „ , Goudm. 310,—

Totaal der loopende onderhoudskosten voor een beschildering volgens „D” Goudm. 439,—

E. Vergelijking der kosten van A en B eenerzijds en der kosten van C en D anderzijds,

Totaalkosten volgens A (olieverfbeschildering) Goudm. 6444 = 246 % van B.

Totaalkosten volgens B (gashouderbeschermolie) Goudm. 2619 = 41 % van A. Jaarlijksche onderhoudskosten volgens C (Olieverf) Goudm. 1700 = 388 % van D.

Jaarlijksche onderhoudskosten volgens D (gashouderbeschermolie) Goudm. 439 = 26% van C, of in woorden een behandeling van de gashouderklok met gashouderbeschermolie op de loodrechte wanden en lijnoliemenie en Inertol op het gashouderdak kost slechts rond 41 % van een overeenkomstige behandeling met Olieverf en veroorzaakt slechts 26 ”'o van de jaarlijksche onderhoudskosten hiervan.

De gashouderbeschermolie heeft het voordeel, dat de gashouderklok er steeds uitziet, alsof deze pas geschilderd was en de matglanzende kleur geeft de gashouderklok een goed aanzien.

Bij veel neerslag nemen sommige plekken

door een oliewateremulsie, welke zich gevormd heeft, een iets lichtere kleur aan. Deze emulsies zijn echter steeds van korten duur.

Voor korten tijd hebben wij, ofschoon wij tot nu toe daartoe nog niet practisch overgegaan zijn, ons dringend de vraag gesteld, of wij niet ook de binnenwanden van den gashouder, welke men tot nu toe overal met betrekking tot roestwering schromelijk veronachtzaamd heeft, met deze gashouderbeschermolie behandelen moesten. Het gas bevat thans over ’t algemeen door de sterke benzolwinning minder vet dan ooit, en ook de naar verhouding groote, overal gebruikelijke cokesgastoevoeging doet invreting, zooals ook bij meters en dergel. dikwijls vastgesteld is, meer dan waarschijnlijk ook bij gashouders voorkomen. De technische uitvoering van ons voornemen denken wij zoo, dat men door een, onder den gashouder en onder den waterspiegel van het binnenafsluitwater uitkomende pijpleiding gashouderbeschermolie voert, zoodat men eenvoudig door het dichtgieten van het buitenbeen der U-vormige leiding de olie I dwingt onder den binnen-waterspiegel naar ! buiten te treden, waar de olie dan door het lagere soortelijke ■ gewicht direct naar de [ wateroppervlakte zwemt. Een dergelijke behandeling zou speciaal ook voor cokesgas' houders aan te bevelen zijn. (Onmiddellijk I na ontvangst van de bestelde gashouderolie ! zullen wij pp gashouder Nr. II dit systeem i toepassen).

Door zulk een behandeling zou men buiten de roestwering ook een aanzienlijk betere dichtheid bereiken, waardoor een ontvetting van het afsluitlinnen (meniebanden) in hooge mate vermeden wordt. Ofschoon met het oog op de groote wateroppervlakte, een belangrijk deel van de opgegoten olie niet direct voor den gashouderklok van nut kan zijn, zal men toch deze één maal voorkomende onproductieve uitgave op den koop toe nemen, wanneer men bedenkt, dat daardoor de levensduur van den gashouder met de groote geldswaarde, welke daarin vastgelegd is, zeer belangrijk verlengd kan worden.

Ook wartnloopende apparaten, zooals colommen etc., in onze bijproductenbedrijven, hebben wij onlangs met gashouderbescherrnolie bestreken. Deze gashouderbeschermolie laat zich bij deze behandeling in zekeren zin in de apparaatdeelen branden, blijft echter daarbij steeds vettig en veroorzaakt een net matzwart aanzien.