zelfmoord en 147 gevallen, dat vrouwen werden vergiftigd. Bewijzen niet deze gevallen juist ook, hoezeer het lichtgas een gevaar is ? Wij sluiten in onze apotheken toch ook de zoog. vergiften achter slot en grendel en wee den apotheker, die, zelfs, al is het niet opzettelijk, niet voldoende angstvallig over de vergiftenkast waakt. Evenzeer als de overheid paal en perk tracht te stellen aan het dragen van vuurwapens, zoo diende zij zooveel mogelijk het gevaar van het „hanteeren van gaskranen”, als men de vergelijking wil doorvoeren, te beperken.

De Heer S. voert aan, dat in het Vereenigd Britsche koninkrijk jaarlijks niet minder dan 63 menschen op het millioen sterven door automobielongevallen, terwijl er slechts 3 door lichtgas omkomen. Is dit een logische redeneering ? Dan zou men ook mogen zeggen Er zijn in den oorlog zooveel menschen gesneuveld, dat wij alle mogelijke prophylactische maatregelen tegen allerlei gevaren zullen laten varen, want het aantal menschen, dat wij ermee redden, valt tegenover het aantal in den oorlog omgekomenen volkomen in het niet. Integendeel, dat er zooveel menschen | door auto-ongevallen het leven verliezen, is : een reden om te trachten het gevaar door auto’s veroorzaakt, zooveel mogelijk te be- ; perken, maar niet om van andere gevaren (i.c. van het lichtgas) geen notitie te nemen. :

3e. De Heer S. heeft mijn zin over het niet dwingend zijn van de bepalingen van de Vereeniging van gasfabrikanten in Nederland | niet juist geinterpreteerd. Een dwingende bepaling is „imperatief", d.w.z., dat de overheid gebiedt haar in acht te nemen als voorwaarde voor het doen van bepaalde handelingen. Voor zoover mij bekend is, bestaat er in ons land geen gemeente, waar deze voorschriften gelden en waar een aansluiting aan de gasfabriek wordt geweigerd, als aan de genoemde bepalingen niet is voldaan, zooals in Engeland, het land van het particuliere initiatief, geschiedt uit vrijen wil der gasfabrieken. Waarom negeert de Heer S. mijn mededeeling, dat in een uitgave van een onzer groote gasfabrieken als reclameprentje staat afgebeeld een badkamer met geyser zonder afvoer. Zoolang dit nog mogelijk is, geven niet bindende voorschriften toch blijkbaar niet.

Dat de gasfabrieken „op stelselmatige wijze en met groote zorgeloosheid...... enz., is een beschuldiging, die ik nergens heb uitgesproken. Evenmin heb ik ergens gesproken over chronische kooloxyde-vergiftiging. Een dergelijke is nog nooit objectief aangetoond. Het gaat hier slechts om acute vergiftigingen.

Dat bovendien bij mij te lezen zou staan

„omdat in onze klinieken blijkt, hoe er veel menschen met een kooloxyde-gehalte in het bloed rondloopen”, is een absurdheid, daar ik meedeel, dat er eerst sedert korten tijd een methode is om kleine hoeveelheden kooloxyde in het bloed aan te toonen en te bepalen, en deze methode is eerst sedert kort niet gepubliceerd, zoodat zij ook nog nergens in een kliniek regelmatig is toegepast.

4e. Zoolang wij geen betrouwbare statistiek bezitten over de vergiftigingen door lichtgas, kunnen wij het gevaar daarvan niet beoordeelen. Getallen van het centraal-Bureau voor de Statistiek zijn in ieder geval minimum-getallen, daar zij slechts doodelijke gevallen betreffen en er bovendien zeker nog doodelijke gevallen voorkomen, die de statistiek niet bereiken, doordat zij verzwegen worden. Om een indruk te krijgen van de nietdoodelijke gevallen is de methode gezocht ter bepaling van het kooloxyde in het bloed, daar dit in vele gevallen de eenige mogelijkheid biedt om uit te maken, of er sprake is van een kooloxyde-vergiftiging. Eerst, als deze vraag bevestigend is beantwoord, komt de vraag aan de orde hoe deze vergiftiging heeft plaats gehad, voor welker oplossing dan in den regel reeds vermoedens bestaan. Dat wij uit het aantal gevallen, dat er in bloedmonsters kooloxyde wordt aangetroffen tot de relatieve gevaarlijkheid van het lichtgas zouden besluiten, zooals de Heer S. meent te mogen verwachten, is door niets gemotiveerd.

se. Door Dr. D. W. R. H. Kranenburg, is uitvoerig geschreven over het gevaar der uitlaatgassen van benzine-motoren, een zeer belangwekkend onderwerp, dat ook weer het gevaar van het kooloxyde ten duidelijkste aantoont, maar dat met het gevaar van het lichtgas niet veel meer te maken heeft dan de automobielongelukken.

6e. Is het een beschuldiging aan mijn landgenooten, dat zij met minder technischen zin bedeeld zouden zijn dan de Britten? Zou er ooit een mogelijkheid zijn iets dergelijks in een maat uit te drukken, hetgeen noodig is, als men een bewijs ervoor vraagt. De Heer S. kan geen bewijs hiervoor van mij verlangen. Een dergelijke uitspraak berust op indrukken.

Als velen onafhankelijk van elkaar een dergelijken indruk opdoen, dan mag men deze als voldoende gegrond aannemen. Er is mij gebleken, dat velen er zoo over denken als ik. Het wordt reeds haast bewezen door het feit, dat de Britsche gas-fabrieken het vanzelf sprekend achten, dat een geyser van een afvoer is voorzien. Ook bij de beoefening der medische wetenschappen treft het, hoezeer