Vooral in Duitschland bestaan thans batterijen cokesovens, zooals men in Engeland tevergeefs zoekt en die technisch veel beter zijn ingericht. Ook in België en Frankrijk is men op dit gebied blijkbaar Engeland ver vooruit. Dat bijv. de Homécourtfabneken in den Elzas een installatie voor het droog blusschen van cokes bezitten, welke bijna een half millioen gulden heeft gekost, heeft de verbazing van Ray gewekt. De cokesovens (3 batterijen van elk 65 ovens) te Bruckhausen verwerken per dag 3000 ton kolen, een hoeveelheid welke op geen enkele fabriek in Engeland zelfs maar bij benadering wordt bereikt.

, De moderne ovens op het vaste land bezitten alle smalle kamers, vervaardigd van Silicamateriaal, en zijn in horizontale en verticale richting taps uitgevoerd (bijvoorbeeld: lengte 10 Meter, hoogte 3 Meter, gemiddelde breedte 350 m.M., horizontaal 30 m.M. taps, verticaal 40 m.M.).

Te Drocourt zijn groote ovens in aanbouw, welke bij een distillatietijd van 16 uur een koleninhoud van 14 ton per kamer bezitten.

Bij de discussie merkte men eenigszins bitter op, waar men op het vasteland vom I zulke installaties het geld vandaan hee« gehaald. |

Monats-Bulletin der Zwitsersche Vereeniging van Gas- en Water-technici.

N°. 1. Januari 1925.

Dipl.-Ing. H. ZOLLIKOFER bespreekt het bereiden van benzol in de Zwitsersche gasfabrieken. Benzol kan in gasfabrieken bereid worden uit het kool teer, door dit te distilleeren, en uit het gas, door uitwassching of eenige andere wijze van extractie. Voor het gebruik van teer op de wegen, wordt gedebenzoleerd teer verlangd. Uit het teer kan verkregen worden ongeveer 0.05 kilo benzol (90 %) per 100 kilo steenkool, in de gasfabriek verwerkt. Uit het gas, door extractie, wisselt de opbrengst aan benzol sterk, al naar den aard der steenkolen en de inrichting van het bedrijf. Zollikofer meent, dat men aanvankelijk tevreden zou moeten zijn met het uitwasschen van ten hoogste 0.6 kilo benzolachtige handelsproducten per 100 kilo steenkool, in de fabriek verwerkt. Mogelijk kan dit later worden opgevoerd tot 1.2 %. De totale opbrengst, voor Zwitserland, wordt geschat op 2.800 tot 4000 ton benzolachtige producten. |

*~Kan ruwe benzol of goede lichte olie elke gasfabriek door distillatie gewonne» worden, de chemische zuivering van dit

product stelt zooveel eischen, dat deze behandeling zou moeten geschieden in eene centrale raffineerinrichting, op te stellen b.v. in eene der groote gasfabrieken. _ |

Het economisch nut van bëhzólëxtractie is een tamelijk ingewikkeld vraagstuk, waarin de ! marktwaarde van benzol en cokes, ieder voor zich, een rol komt spelen en waarbij verder aandacht gegeven moet worden aan het : steeds veelvuldiger optreden van roest in het ; gasbuizennet en in de andere toestellen, b.v.

" ZOLLIKOFER durft de verantwoording niet aan, om tot algemeene invoering van benzolextractie te adviseeren.

Van denzelfden schrijver komt in deze aflevering een opstel voor over maatregelen, tegen inademen van gas bij werkzaamheden aan het buizennet. Hij bespreekt enkele modellen van gasmaskers en komt tot de conclusie, dat bij genoemde werkzaamheden voorzichtigheid en verstandig overleg nimmer mogen ontbreken. Waar noodig, neme men verder zijn toevlucht tot rookhelmen en gasmaskers, waarin zuivere lucht onder druk wordt aangevoerd door een slang, die goed gasdicht is en overigens van geschikte aftnpfitn en constructie.

o. kuBA (Niederuzwil) beschrijft een vee-1 voederketel voor gasverwarming ingericht. I

De aflevering bevat een waaiioauwing tegen Z.g. middeltjes tot gasbesparing, die in den vorm van zeefjes, gaasjes, spiralen, enz. den gasverbruikers worden aanbevolen en waarmee het publiek zich maar al te gemakkelijk laat beetnemen, j

De Technische Commissie uit de Zwit! sersche Vereeniging hield eene bijeenkomst, ! waarin besprekingen werden gevoerd over I het gebruik van teer op wegen, over normen ! voor de stukgrootte van gesorteerde cokes en verder over het optreden van roest in hel htMMpnnet.

N°. 2. Februari 1925.

Bevat een opstel, overgenomen uit de „Neue Zürcher Zeitung”, waarin wordt duidelijk gemaakt, dat gas als warmtebron in de keuken nog steeds veel goedkooper, gemakkelijker, minder gevaarlijk en meer vertrouwbaar is dan electriciteit. Op zeer moderne wijze verschaft de gasfabriek de, sinds de oudste tijden, aan den huiselijken haard verbonden vlam. En deze vrije vlam kan nu eenmaal voor vele doeleinden in onze huizen niet worden gemist.

Dipl.-Ing. Dr. H. Deringer publiceert een reeks onderzoekingen, door hem gemaakt in het laboratorium der gasfabriek Schlieren te