TABEL 2.

leert ons, dat de bewering geheel onjuist fs. Slaolie en olijfolie hebben slechts een absorbtie-vermogen van 50—60 % van goede teerolie.

Oliesoort Contractie bij 15’ C. Zonder benzol Met 3 vol % benzol. Verschil Slaolie 0.09 cM». 5.60 cM-\ 5.51 cM'\ Olijfolie 0.23 ff 5.51 ff 5.28 ff Paraffineolie . 0.09 7.37 7.28 Minerale olie 0.28 6.19 5.91 Steenkoolteer . 1.09 6.80 5.71 Teerolie no. 1 80% 200°- 300° .... 0.50 ff 4.28 3.78 'l’eerolie no. 2 idem • . • • 0.92 4.78 3.86 Teerolie no. 3 idem 1.09 4.55 3.46 Afgedestilleerde teerolie uit bedrijf .. 0.18 ff 4.28 ff 4.10 ff Teerolie 200°— 230° 0.59 4.46 3.87 Teerolie 230°— 250° 0.22 3.91 3.69 Idem na uitkristallisatie van 33 % naphtaline . 0.21 ff 3.50 ff 3.29 ff Teerolie 250°— -280° 0.20 ff 3.96 ff 3.76 ff

In den laatsten tijd is veel propaganda gemaakt om voor de benzolwinning geen teerdoch minerale olie te gebruiken. Uit de tabel volgt dat deze nog slechter het benzol opneemt als de plantaardige olie. Van alle onderzochte oliën was teerolie, kokend tusschen 250° en 280° en goed gezuiverd van naphtaline het beste waschmiddel voor de benzolwinning.

Het beschreven toestel kan in de benzolfabriek behalve voor het onderzoek van

versche olie, ook dienen voor de doorloopende controle van de olie die in circulatie is. Een dagelijksche controle der afgedreven olie, d.i. de olie die in de destilleercolonne zijn lichte olie en benzol heeft afgegeven, op contractie eerst zonder en daarna met 3% benzol geeft ons een aanwijzing of de destilleerkolonne behoorlijk afdrijft, en of de olie nog genoeg benzol in de scrubbers kan absorbeeren. Heeft de afgedreven olie meer dan 0.5 cM®. contractie, dan is de werking der destilleerkolonne niet normaal. Is de contractie na toevoeging van 3% benzol meer dan 6 cM®., dan behoort de olie ten deele ververscht te worden.

DE REGENERATIE VAN ZUIVERMASSA’S.

Door Ir. K. F. TROMP.

De oxydatie van een uitgebrachte zuivermassa door de zuurstof van de lucht heeft in twee trappen plaats en wel volgens de vergelijkingen: Sg (of 2 FeS) O, f 2 H.O -2 Fe (OH), I-3S (1) 2 Fe(HO), -f V. O, -f H,O 2 Fe(OH)3 (2)

Terwijl de eerste reactie binnen enkele dagen afgeloopen is, gaat de tweede, de oxydatie van het ferrohydroxyde, zeer langzaam. Een gebruikte zuivermassa blijkt dan ook ondanks intensieve regeneratie steeds ferrohydroxyde te bevatten. Qualitatief is dit aan te toonen door een massa met zout-

zuur (1 : 1) te verwarmen en aan het fikraat na verdunning een oplossing van rood bloedloogzout, KgFe(CN)g, toe te voegen: een blauw neerslag (Turnbull’s blauw) wijst op ferroverbindingen. Nu is een klein gehalte aan ferrohydroxyde wel van voordeel, omdat hierdoor meer cyaanwaterstof gebonden, meer Eerlij nsch blauw gevormd wordt, maar, daar het 1/3 minder zwavelwaterstof kan opnemen dan het overeenkomstige ferrihydroxyde, moet naar een zoo voüedig-mogelijke oxydatie gestreefd worden.

Om het eindpunt van de regeneratie vast te stellen wil Dr. Leybold (Journ. f. Gas-