men den hoeksteen waarop ieder streven naar prestatieverbetering moet rusten; maar wel tegen het „en bagatelle” behandelen van dit onderwerp en het „schablonenmaszig” doen uitvoeren ervan.

Waarlijk tijdmeten en tijdstudie is een onderwerp waard de levendige belangstelling van den leider van het geheele bedrijf, waardoor niet alleen het bedrijf maar niet het minst hijzelf kan profiteeren. Daardoor alleen kan hij het innerlijk van zijn bedrijf leeren kennen, de kracht en de zwakheid ervan, maar ook de mogelijkheden en die vooral.

Om tezamen met werkmeesters en eenige bekwame werklieden van goeden wille, te trachten het arbeidstempo van sommige bewerkingen op te voeren, is zeer nuttig, maar slechts dèn, als het geschiedt door de technische en hoofdleiding zelve, om daaruit bovenal te keren welke verbeteringen in de outillage noodig en mogelijk zijn en wat er aan de arbeidsmethoden verbeterd kan worden. Het arbeidstempo opvoeren goed en wel; maar dit kan alleen wat uitrichten als onderdeel van het geheel.

Is men eenmaal begonnen met tijdstudies te maken van iedere werkzaamheid, tijdstudies en bewegingsstudies van mensch en van machines, en vooral van mensch met machine, dan benaderen wij tevens dit andere belangrijke onderdeel van den kostenden prijs: de bedrijfsonkosten. Als men tijdstudies niet meer opdraagt aan een tijdklerk die onwillekeurig recordbrekers-aspiraties begint aan te kweeken of aan een werkmeester die altijd gevaar loopt zich te ontwikkelen in de richting

van «blank officier” zoo hij krachtig, of van „wrijfpaal” zoo hij toegevend aangelegd is, maar deze zelf verricht met zijn technischen en administratieven chef, dan zal deze studie vruchtdragend kunnen zijn, niet alleen in engeren zin voor de prestatieverbetering van mensch en machine, maar ook voor de Leistungsfahigkeit van het bedrijf waar deze ook tot uiting moge komen: op de goederenmarkt -- bij de afnemers of bij het algemeen belang.

De niet meer collectief, maar differentieel gecalculeerde onkostenpercentages zullen het mogelijk maken om voor ieder onderdeel van het bedrijf een niinimum kostprijs vast te stellen; en omgekeerd, ook deze onkosten in al hun geledingen te controleeren, waardoor plaatsen aan het licht komen waarop meer gepresteerd kan worden door mensch of machine met geringer kosten of, als prestatieverhooging niet mogelijk is, de onkosten lager kunnen zijn of elders aangewend kunnen worden, waar deze de prestatie-verbetering wel ten goede komen.

Men zegge nu niet „waarom de splitsing der onkosten per bewerking of desnoods per afdeeling”? Het is niet voldoende als het totaal der bedrijfsonkosten maar gedekt wordt door het totaal van den kostenomslag. Overal waar een bedrijf meerdere artikelen en bijproducten oplevert, is het noodig van ieder daarvan den juisten kostprijs te kennen. En van dit nut zijn niet uitgesloten producten die afhangen van tarieven of marktprijzen. De verkoopprijzen beïnvloeden evenzeer de kostprijzen, als omgekeerd.

ELECTRISCH SIGNAAL VOOR WATERRESERVOIR.

Door J. D. A. SNEEP.

Het waterreservoir dienstig voor de cokesbluschinrichting, staat boven in de stokerijkap opgesteld, het benoodigde bluschwater w'ordt door een centrifugaalpompje, gedreven door een electromotor, opgevoerd.

1 er voorkoming van stroomverspilling was destijds een electrisch signaal aangebracht, hetwelk door middel van een tegenwicht hangende aan een vlotter moest functioneeren.

Ik zeg, dat het zulks moest doen, doch in de practijk bleek helaas maar al te vaak dat het toestel zijn dienst weigerde.

Bij herhaling toch bleek nu eens de draad gebroken, dan weer was de draad bekneld geraakt tusschen het geleidingwiel boven op den rand van het reservoir opgesteld, ook is 't voorgekomen dat de metalen vlotter door-

geroest was en alzoo dit onmisbaar onderdeel van den verklikker onder water bleef.

Al deze ellende is volgens mijn inzicht te ondervangen door een electrisch alarmsignaal toe te passen volgens het systeem als bijgevoegde schetsteekening doet zien.

Aan het reservoir is een overstortpijp waarmee het te veel opgepompte water naar een riool wordt afgevoerd; wij hebben aan het uiteinde van dezen overstort (evenwel bovengrondsch) een klep (A) gemonteerd; zoodra water door den overstortbuis stroomt zal de klep A, welke door middel van hefboom'B over punt C scharnierend is, weggedrukt worden, als gevolg daarvan wordt het stangetje D naar beneden getrokken.

Het platina contact E, dat aan het blad-