twee hellende banen, de machinist heeft dan alleen te wachten, tot de bak met gebluschte cokes, dien hij naar boven zendt, weer terug is, een kwestie van nauwelijks twee minuten. De geheele installatie geeft dus voldoende reserve en eene ruime zekerheid tegen onderbreking van het bedrijf en er mag dan ook gezegd worden, dat de oplossing van dit transport-vraagstuk niet alleen eene zeer vernuftige, maar ook eene zeer praktische is.

Alvorens de installatie meer in details te beschrijven, wil ik iets zeggen omtrent de moeilijkheden, die te overwinnen waren om tijdens het bedrijf de installatie te bouwen en in werking te brengen.

Wat den bouw betreft kan men zich eene voorstelling maken van de moeilijkheid, als men weet, dat de hellende banen moesten worden aangebracht op dezelfde plaats, waar de hellende de Brouwersche goten waren en dat deze niet buiten werking gesteld mochten worden vóórdat de hellende banen zoover klaar waren, dat zij in gebruik genomen konden worden. De cokes tijdelijk uit de hand uit de stokerij te brengen is vrijwel onuitvoerbaar. Verder moest aan ééne zijde der stokerij de goot met toevoerdraden voor den elektrischen stroom gemonteerd worden op de plaats, waar het horizontale gedeelte der de Brouwersche goot aanwezig was. Ook hier mocht weer het oude niet geheel gesloopt worden, voordat het nieuwe bruikbaar was. Eindelijk moesten een groot deel van de elektromotoren van het oude transport voor de nieuwe installatie gebruikt worden. Voor den geheelen overgang was, door verplaatsing der charges, hoogstens een halve dag te vinden en het is duidelijk, dat in dien tijd niet veel gedaan kon worden.

Na vele beraadslagingen tusschen de direkties van „Jaffa" en „Zuid” is een plan van overgang opgemaakt, dat ten slotte, zij het ook nu en dan naar de omstandigheden gewijzigd, is uitgevoerd.

Allereerst werd begonnen met monteeren van den nieuwen bunker, hiervoor moest echter het motorenhuisje, waarin zich de motoren bevonden, die de de Brouwersche kettingen buiten de stokerij bedienen, worden afgebroken. Het spreekt vanzelf, dat de de Brouwersche kettingen inmiddels ongestoord moesten kunnen doorwerken.

Een der opgaande de Brouwersche kettingen is daartoe afgesneden even voorbij den voorwand van den ondersten cokesbunker, daar is de goot ondersteund en de motor, die de ketting drijft, daar opgesteld. Aan de andere zijde der stokerij is de hellende goot

geheel weggenomen tot even buiten de stokerij; daar is toen de drijvende motor geplaatst, zoodat de cokes daar juist buiten de stokerij gebracht kon worden. Onder deze goot werd een van onze cokeslaadmachines, (die dienen om de cokes aan de haven uit de wagons in de schuiten te brengen) geplaatst, deze bracht de cokes van de korte ketting op de lange, zoodat het bedrijf ongestoord zijn gang kon gaan, terwijl „Jaffa” de ongestoorde beschikking kreeg over de geheele ruimte boven de schudzeven. Zij kon dus het machinehuisje geheel afbreken en van den bovenbunker zooveel als voor het verband van den nieuwen bunker noodig was. Daarop werd de nieuwe bunker met het daarboven gelegen motorenhuisje gebouwd en de drie hellende banen gemonteerd van daaraf tot aan den onderbunker. De middenbaan kon geheel gemonteerd worden tot beneden toe. Hier was een gebetonneerde verdieping gemaakt, die tot steun van de hellende banen moest dienen en tevens voor afvoer van het bluschwater naar een bezinkput. Eén hellende baan was dus klaar. Daarop werd de tweede baan, aan de zijde der korte goot, afgemaakt. Het was daarvoor echter noodig, dat aan die zijde de goot geheel verdween, ook in de stokerij, omdat op die plaats de elektrische sleepleidingen aangebracht moesten worden. Gedurende dien tijd is het ovenblok, dat aan die zijde in bedrijf was, buiten werking gesteld en het derde blok aan de andere zijde in bedrijf genomen. De helft der stokerij was toen nog slechts bruikbaar en die bruikbaarheid was geheel afhankelijk van één de Brouwersche ketting met één goot, alles min of meer versleten, met een motor, die halverwege die goot hing, zoo goed mogelijk met palen vastgemaakt.

En zoo hebben wij maanden lang moeten werken, onder voortdurende bedreiging, dat de boel zich zou begeven, voordat de nieuwe installatie af was. Daarbij werkte het weer niet mede tot eene vlotte montage. Bovendien vakantietijd met weinig personeel, afgewisseld met een ernstigen kolenbroei, die alleen reeds veel aandacht vergde.

Men zal dan ook begrijpen, dat over en weer tusschen de direkties van „Jaffa” en „Zuid" veel overleg noodig was en het oorspronkelijk plan nu en dan naar omstandigheden moest worden gewijzigd.

Inmiddels werd in de stokerij aan ééne zijde de de Brouwersche goot met motor geheel weggebroken en de koker gemaakt voor de elektrische sleepleidingen. Op bestaande betonmuren werden de rails voor de kraan gemonteerd, aan de zijde die in bedrijf was kon