beschikbare literatuur, schijnen onvoldoende bestudeerd te zijn. Van de voornaamste invloeden noemen wij: het watergehalte der ijzeraarde; de zwavelwaterstof-concentratie in het gas; de veranderde eigenschappen der aarde na regeneratie; de invloed van chemische stoffen, die als katalysator werken bij het reactie- of regeneratie-proces en misschien wel de voornaamste van alle invloeden: het oppervlak van de ijzeraarde. Baarde meeste der hier opgenoemde omstandigheden van veranderbaren aard zijn, is het van belang iederen invloed afzonderlijk, dus na uitsluiting van alle andere invloeden, te bestudeeren, waarna men dan nog bovendien den invloed kan nagaan van de omstandigheden, welke niet te veranderen zijn.

Ter bestudeering van al deze verschillende invloeden werden proeven genomen met representanten van de gewoonlijk ter markt gebrachte soorten ijzeraarde. Tabel I geeft de samenstelling van een achttal soorten weer.

De monsters 1 en 7 waren zoowel physisch als chemisch nagenoeg gelijk en zwart van kleur. Zij bevatten tusschen 3 en 4 procent vrij ijzer en werden door een magneet aangetrokken. Het onderzoek toonde aan, dat de monsters 1 en 7 beide in hoofdzaak uit magnetisch ijzererts FE3O4 bestonden; het totale ijzergehalte van deze beide soorten was zeer hoog. No. 2 was een natuurlijke massa, zeer fijn verdeeld en geel-bruin van kleur.

Monster No. 3 bevatte veel geoxydeerd ijzerboorsel en was lichtbruin van kleur. No. 4 was diep-rood van kleur en was waarschijnlijk een pyriethoudende, vrij harde, sintelachtige massa van onbekenden oorsprong. Monster No. 5 was kunstmatig verkregen door aan eene verdunde ijzersulfaatoplossing fijn verdeeld calciumcarbonaat toe te voegen. Het precipitaat was geel-bruin van kleur. De monsters 6 en 8 waren eveneens van kunstmatige massa's, bijproducten van de aluminium-industrie. No. 6 was lichter van kleur dan No. 8, dat diep-rood van kleur was.

De invloed van het watergehalte.

De eerste van de invloeden, die werden nagegaan, is die van het watergehalte. In het watergehalte is begrepen al het in de ijzeraarde aanwezige water, ongeacht in welken vorm het erin voorkomt. Het is algemeen bekend, dat het watergehalte van veel invloed is op het zuiveringsproces. Ijzeraarde, die tijdens de regeneratie oververhit is en daar-

door veel water heeft verloren, is gewoonlijk onwerkzaam geworden, terwijl sommige natuurlijke of kunstmatige aarden met een hoog watergehalte buitengewoon actief blijken te zijn.

Een groot aantal bepalingen werd bij wisselend watergehalte met ieder der in tabel I genoernde ijzeraarden verricht. Eerst werd de activiteit van het monster, in den staat waarin het ontvangen was, bepaald. Daarna

Monster No. 1 2 3 4 5 6 7 I 8 51,80 79,85 72,67 24,20 42,39 51,75 Feao4 81,50 85,50 Fe 3,76 0,79 0,46 0,51 1,02 1,96 3,23 _ A 1203 0,50 1,00 1,83 13,97 13,84 10,55 CaCOa 0,34 1,91 23,32 7,00 CaSO4 1,17 1,40 CaO 0,16 3,92 7,i8 7,13 _ SIO2 2,02 20,20 4,49 7,51 12,63 5,00 3,67 6,52 NaaO K2O 1,07 0,32 0,15 8,38 1,90 7,56 0,52 10,07 Mn spoor spoor spoor H2Ó 7,67 14,56 11.95 4,26 14,18 15,07 0,63 5.03 10,28 organische stoffen ... 2,98 5,50 3,10 3,67 0,20 0,05 1,42 2,85 CaH4(PU4)2 1,07 4,15 2,80 NaoCOg Kléi MgO spoor spoor spoor –

Tabel. I. Analysen van ijzeraarde. (Berekend op droge stof).