overschreden, wat verliezen ten gevolge heeft. Om dit nadeel te ontgaan, wordt voor iederen periodiek werkenden afsluiter een hulpklep aangebracht, welke in ten deele geopenden stand de normale hoeveelheid gasvormende stof (lucht, stoom of olie) doorlaat. Daalt of stijgt de temperatuur in een of meer der afzonderlijke toestellen der watergasfabriek, dan kan door wijziging van den stand van de hulpklep de temperatuur binnen de bepaalde temperatuursgrenzen hersteld worden. Voor het bewegen van de hulpklep is in ieder toestel der installatie gebruik gemaakt van een thermo-element, waarvan de polen zijn aangesloten aan een galvanometer. De wijzer van dezen galvanometer wordt periodiek op electrische contacten gedrukt, welke zoodanig in den stroomkring van een electromotor, welke ieder der hulpkleppen beweegt, zijn opgenomen, dat bij verplaatsing van den wijzer over een neutralen stand heen, dus temperatuurwijziging in het toestel, het omkeeren van den stroomloop door den electromotor wordt bewerkstelligd en dus de betreffende hulpklep verder wordt geopend of gesloten.

No. 26935 Ned. klasse 24e ten name van Humphreys & Glasgow Ltd te Londen betreffende een werkwijze en inrichting ter bereiding van watergas.

Voor het dompelvat is de uitlaat van den oververhitter van een watergas-installatie door een omloopleiding verbonden met het ondereinde van den gasgenerator. Tusschen den uitlaat van den oververhitter en de omloopleiding is een dwarsleiding aangebracht, waarin een stoominjector is geplaatst om een mengsel van gas en stoom door den oververhitter, carburator en van boven naar beneden door den gasgenerator te doen terugstroomen (back run). Na of tusschen den blaasgang en gasgang (up run) volgt een „back run”, waarbij o.m. de koolstofafzetting in den carburator in watergas wordt omgezet en vliegasch van de steenvullingen in den carburator en oververhitter wordt weggeblazen, terwijl tevens een gedeelte van de warmte, in den carburator en oververhitter opgezameld, weder in den generator teruggebracht wordt. Ook wordt de capaciteit van de inrichting vergroot, daar in den oververhitter en carburator, in het mengsel van watergas en stoom door het CO-gas, de stoom ontleed wordt en CO2 en Ha gevormd worden, terwijl het CO2 in den generator tot CO gereduceerd wordt.

No. 27034 Ned. klasse 26a ten name van L. J. P. Lagaay te 's-Gravenhage betreffende

een inrichting tot het produceeren van een menggas van steenkolengas en watergas, in een kolendestillatieoven met horizontale of hellende destillatieruimten (retorten of kamers).

Aan een der retorten, welke boven den generator is gelegen of aan meerdere retorten of kamers van een oven met horizontale of hellende retorten of kamers is een zakvormig gedeelte aangebouwd, dat uitwendig verwarmd wordt door afzonderlijke branders, om zooveel warmte aan de cokes in het zakvormig gedeelte te kunnen leveren, dat een continue watergasproductie mogelijk is. Onder in dit zakvormig gedeelte is een stoomleiding aangesloten om den voor de watergasbereiding noodigen stoom toe te laten.

No. 28674 Ned. klasse 4c ten name van P. A. M. Hackstroh te 's-Gravenhage en O. VAN Keulen te Haarlemmermeer betreffende een gasafsluiter met hulpafsluiter, waarbij de gasuitstrooming na het openen van den gasafsluiter automatisch wordt belet, zoowel wanneer het gas niet wordt aangestoken als wanneer de gasvlam uitgaat.

De gasafsluitinrichting bevat een hoofdafsluiter I en een hulpafsluiter 11, welke door een arm 111, bevestigd aan de plug van den hoofdafsluiter in beweging kan worden gebracht. Deze hulpafsluiter, die om een horizontale as kan schommelen, bevat 2 kamers IV en V, welke door drie kanalen met elkaar in verbinding staan; kanaal VI is wijder dan de beide andere kanalen, om het terugloopen van de korrelige stof of vloeistof, waarmede een der kamers gedeeltelijk is gevuld afhanke-

lijk van den stand van den hulpafsluiter, vlug te doen geschieden.

Wanneer de hoofdafsluiter geopend wordt, wordt door de arm 111 de hulpafsluiter bewogen en zal de gedeeltelijke met korrelige stof of vloeistof gevulde kamer V omhoog draaien en dus kamer IV dalen. De massa loopt dan door een der nauwe kanalen lang-