veer 70® met den horizon bedroeg. Bij steilere hoeken was er druk en bij vlakker hoeken trek in de buis.

Er bleek ook dat de trek verminderde wanneer het dak, onder een zelfde hoek, hooger werd.

Verder is voor een pijp aan de lijzijde van de nok van het dak de trek kleiner naarmate het uiteinde verder onder de nok blijft en omgekeerd grooter naarmate het uiteinde hooger komt, tot de pijp zoover boven de nok van het dak komt dat het dak geen merkbaren invloed meer heeft.

Indien men de uitkomsten van dit proefondervindelijk werk wil toepassen op de praktijk moet men eraan denken dat geen windsnelheden gegeven zijn en dat er gewerkt werd met een onveranderlijke snelheid. Maar terwijl de toestanden in dit opzicht ideaal waren en met opzet zooveel mogelijk veranderlijke factoren, waarmee men dikwijls te doen heeft, waren uitgeschakeld, zijn het uitkomsten van pijpen zonder A. F. erin, terwijl in de praktijk de eigen beweegkracht, door de warme producten veroorzaakt, de uitkomsten gunstiger zou maken en dus eenige speling zou laten om op te wegen tegen de veranderlijke factoren waarmee men te doen zou kunnen krijgen. Hier moet ik nog eens goed de nadruk leggen op het feit dat de bewegende kracht, waarvan we gebruik maken, ontstaat door de temperatuur van de pijp, en dat het dus minder makkelijk zal zijn om neerslaan te veroorzaken naarmate we deze beter warm houden, dat dus de pijp des te beter zal werken onder tegenwerkende invloeden naarmate zij kleiner is, zoolang zij maar groot genoeg is om de verbrandingsproducten weg te voeren.

Er is nog één punt in verband met pijpen, dat ik zou willen vermelden, voor ik overga tot de bespreking van andere schoorsteenpijpen en dat is de verbinding van de deelen aan elkaar.

Naar mijn meening is het altijd beter het wijdste eind naar boven te richten. Op deze manier wordt de leelijkheid, die ontstaat door gedroogde strepen van gecondenseerd water tot een minimum beperkt. Hoe gunstig de omstandigheden ook zijn toch is er altijd eenige condensatie binnenin een pijpbuis en als het wijdste eind naar beneden is gericht loopt het water onvermijdelijk langs de buitenkant van de pijp bij iedere verbinding.

Neerslaan in gemetselde schoorsteenen.

Na de opmerkingen over pijpen en hun gebreken en de middelen om deze te verbete-

ren zou men kunnen denken dat men in eeil gewonen schoorsteen, die boven het dak uitsteekt en van bijna niet geleidend materiaal vervaardigd is, geen enkelen last zou onder-Vinden. Ongelukkig is dit niet hetge val, en de moeilijkheden die daarbij voorkomen kunnen aardig bedriegelijk zijn.

In de eerste plaats zijn vele van de toebesproken zijn voor pijpen, blijkbaar ook van toepassing op schoorsteenen. bijvoorbeeld: een schoorsteen op een gebouw met een hoogen muur aan lijzijde zal gevaar loopen te lijden van wat ik genoemd heb dynamische drukking, maar als de bron van de producten aan denzelfden kant van den muur IS als de uitgang van den schoorsteen kan het zijn dat zij beide onderworpen zijn aan dezelfde drukking en dat dus geen slechte uitwerking volgt. Maar als er een hooger gebouw naar de windzijde toe is, zooals in fig 3 IS neerslaan met zijn gevolgen bijna onvermijdelijk.

Er IS echter nog een andere oorzaak van terugslag in schoorsteenen, en deze heeft niets te maken met de richting van den wind- ze IS een gevolg van de koudheid of vochtigheid van den schoorsteen. De werking van zulk een schoorsteen is als volgt: wanneer de verbrandings-producten van een toestel, dat met gas verwarmd wordt, erin geleid worden zijn zij met in staat om kracht mee te deelen aan de kolom koude lucht erboven. Zij zijn dus niet in staat om op te stijgen, maar keeren om en stroomen benedenwaarts uit de pijp van het toestel, terug in het vertrek.

Daarom moet men zich in acht riemen wanneer men een bestaanden schoorsteen in gebruik neemt om bijv. de verbrandingsproducten van een waterverwarmingsapparaat weg te voeren. Zoolang de schoorsteen in gebruik is voor een kolenvuur en dus warm gehouden wordt, terwijl het bekend is dat ZIJ vrij is van neerslaan, hoeft men geen gevaar te duchten en de verbrandingsproducten van het gas kunnen er met vertrouwen in geleid worden. Maar schoorsteenen, die anders niet gebruikt worden, moeten eerst geprobeerd worden en men moet ernaar informeeren of het bekend is dat zij ooit gerookt hebben bij het gebruiken En zelfs indien het onderzoek en de informaties bevredigend zijn kan het nog wel gebeuren dat de schoorsteen niet goed blijft werken. De reden is dat de oppervlakte van een gewonen schoorsteen, die bestemd is voor de producten van een kolenvuur, gewoonlijk groot is in verhouding tot de warmte in de producten van bijv. een kooktoestel. Daar dit zoo is zal er waarschijnlijk condensatie plaats hebben op het koude metsel