Ten slotte waren enige andere wijzigingen van de toelichting op het examenreglement gewenst.

In verband met een en ander deelt het Bestuur mede, dat in zijn vergadering van 23 oktober 1958 besloten is de volgende aanvullingen en wijzigingen op de toelichting op het programma voor het examen ter verkrijging van een akte van bekwaamheid in de theorie en de praktijk van de gemeentefinanciën (Diploma gemeentefinanciën) aan te brengen:

Eerste gedeelte van het examen

Vak c. Kennis van de gemeentewet en van de door het bestuur opgegeven andere wettelijke regelingen alsmede van de voornaamste uitvoeringsvoorschriften daarvan, een en ander voor zover verband houdend met de gemeentefinanciën.

Aan de eerste alinea van de toelichting wordt de volgende zin toegevoegd: Met gelijke beperkingen wordt mede bekendheid gevorderd van de „Wet gemeenschappelijke regelingen”.

Aan de lijst van wetten, in de toelichting opgenomen, wordt toegevoegd achter „woningwet”: „wederopbouwwet”.

In de voorlaatste alinea wordt achter het woord: „woningwet” toegevoegd: „en van de wederopbouwwet”.

Vak f. Kennis van de beginselen der economie

De toelichting is als volgt opnieuw vastgesteld:

Grondbegrippen der economische wetenschap; ontwikkeling en organisatie van het economisch leven; vrije, gebonden, geleide economie; bindingen in het economisch leven; de economische kringloop; het nationale inkomen; de nationale jaarrekeningen; het centraal planbureau; het nationale budget; de staat en het economisch leven; economische politiek; enkele economische stelsels en scholen.

Produktie; produktiefactoren en hun ontwikkeling; verdeling van het nationale inkomen; prijsleer en prijsvorming; marktvormen.

Geld-, krediet- en bankwezen; positie en werkkring van de Nederlandsche Bank; de weekstaat van de Nederlandsche Bank.

Leer van de internationale handel.

Conjunctuur en crisis.

De onderneming en haar rechtsvormen.

De economische zijde der sociale wetgeving.

Een en ander tot de omvang waarin deze onderwerpen worden behandeld in: J. van Zwijndregt, met medewerking van B. H. Schoonenberg, „Beknopt leer- en leesboek der economie” deel I 1956, der-