De verklaring ligt voor de hand. De ontwerper der verordening had te veel geleund op en zich te zeer laten leiden door de inhoud van de politieverordening ener grote stedelijke gemeente, waarin ter afwending van het gevaar voor de openbare zedelijkheid dit verbod een plaats had gekregen.

Kan men in zodanige situatie gedeputeerde staten er een verwijt van maken, als zij aan het gemeentebestuur de vraag voorleggen of het oppertuun is aan de verboden, vervat in de politieverordening, het tippelverbod toe te voegen? Uiteindelijk echter – en daarom gaat het – is het laatste woord aan de raad, die uit de volheid van zijn macht als plaatselijk wetgever mag gebieden en verbieden datgene, wat hem raadzaam voorkomt, voor zover hij daarmede niet in conflict komt met de wet of het algemeen belang. In bepaalde omstandigheden kan het nuttig zijn, dat de raad nog eens uitdrukkelijk wordt geconfronteerd met de bezwaren, die tegen de door hem vastgestelde strafverordening kunnen worden ingebracht. Indien de raad, van die bezwaren kennisnemend, meent de verordening desondanks te moeten handhaven, zullen hem geen belemmeringen meer in de weg mogen worden gelegd.

Goed was ook het antwoord van:

B. Advocaat te Wijk en Aalburg.

Als voidoende noteerden wij de inzending van:

A. A. Allaart te Leiderdorp: G. J. M. Keulemans te Bergen op Zoom; I. J. P. Keijzer te Berkel en Rodenrijs; H. van der Ploeg te Leiderdorp; A. G. van Raalte te Amsterdam; M. Spoelstra te Bergum (Fr.); H. J. Timmermans te Nederweert en B. W. van Venrooy te Wassenaar.

VRAAG 17 :

■ oor de verbreding van verschillende straten en wegen behoeft de gemeente de medewerking van tal van particulieren, die vrijwel zonder uitzonde- _ J ring bereid blijken de voor de verbreding nodigei kleine stroken grond, die hun eigendom zijn, aan de gemeente gratisj in eigendom over te dragen. Burgemeester en wethouders stellen de raad voor hen te machtigen tot het aanvaarden van deze gratis af-i

Ontwerp het voorstel aan de raad en deel voorts mede hetgeen ter uitvoering van het te nemen besluit dient te worden verricht.