den van dit jaar, waarbij aan iederen Directeur een geheele dag werd gegeven om de positie van ieder van zijn ambtenaren met het Hoofd van de Afdeeling Personeel te bespreken, zijn mij persoonlijk beoordeelingsstaten onmisbaar g'ebleken. Ik vermoed, dat ook de meeste van mijn collega’s wel een of ander documentatiestuk naar die besprekingen zullen hebben medegenomen. Hierbij moge nog even terloops worden gememoreerd, dat de groote organisator van de rijksarbeidsbemiddeling, de heer Th. van Lier,. steeds een, aan het wonderbaarlijke grenzende parate kennis omtrent kennen en kunnen van eiken ambtenaar van een arbeidsbeurs, ja zelfs van eén agent van de arbeidsbemiddeling tot in het meest afgelegen dorp, heeft gedemonstreerd. En wie onzer herinnert zich niet die eerste maanden van de rijksarbeidsbemiddeling, met zijn roezemoezige drukte ten departemente, toen ondanks overstelpende werkzaamheden, de heer van Lier het nog wist klaar te spelen personeelsvoorstellen van Directeuren, uit persoonlijke kennis van voorgestelde functionarissen, diepgaand tl beoordeelen! Of zijn ~korte maar krachtige” bezoeken aan onze bureaux, waarbij in een snel tempo het gebouw everi van kelder tot zolder werd doorloopen en met ieder ambtenaar even een praatje werd gemaakt, waarna den Directeur nog even een kernachtige beoordeeling van ieders kennen en kunnen bij het afscheid werd medegegeyen I Maar dergelijke geheugens zijn uitzonderingen.

Aangezien omtrent beoordeelingsstaten tot dusverre geen centrale voorschriften vanwege het Rijksarbeidsbureau zijn gegeten —• wat m. i. valt toe te juichen, mits men daarin geen aanleiding vindt om deze over-

bodig te achten wil ik hier even in het kort de werkwijze op het G. A. B. Heerlen aanduiden: van ieder ambtenaar van G. A.B. of Bijkantoor komen driemaandedelijksche beoordeelingsstaten in mijn bezit. De beoordeelingsstaat bevat een omschrijving van de te verrichten werkzaamheden; de wijze, waarop elk onderdeel wordt verricht; bijzonderheden tijdens het werk, welke van belang kunnen zijn; gedrag buiten den dienst en factoren, „welke de uitoefening van de werkzaamheden zouden kunnen beoordeelen (b.v. langdurige ziekte van de echtgenoote of andere huiselijke omstandigheden) en tenslotte een kolom Offmerkingpn. Zooals U ziet: ruim ingedeeld, met gelegenheid tot vermelding van terzake dienende omstandigheden. De beoordeelingsstaten worden in eerste instantie uitgebracht door den chef van de afdeeling of leider van het bijkantoor; wat betreft bemiddelingsafdeelingen en afd. Migratie aan den chef bemiddelaar, die op zijn beurt de beoordeelingen van de chefs van die afdeelingen maakt; wat betreft de overige afdeelingen en personeel bijkantoren aan den Adj.-Directeur, die de beoordeelingen van die afdeelingschefs maakt. Al deze beoordeelingen vloeien tenslotte samen bij den Directeur, die deze afteekent,'met opmerkingen zijnerzijds. De leiders van de bijkantoren, den Adj.-Directeur, den chef-bemiddelaar (deze beide laatste functies zijn bij G. A. B. Heerlen vereenigd) en den leider van de Afd. Soc.-Econ. Documentatie beoordeelt de Directeur zelf. Bij de beoordeelende personen is er steeds door mij op de'beoordeelingen in kernachtige bewoordingen te formuleeren met korte aanduiding van feiten of gebeurtenissen, welke van belang kunnen zijn voor de beoordeeling. Ook het beoordeelen moet geleerd wor-

den! Als conclusie mag wel worden vermeld, dat: hoe langer de functie van den beoordeelende, des te radicaler de oordeelen, en óók: hoe lichter dé'beoordeelende zélf wordt bevonden, des te minder kunnen ondergeschikten genade in zijn oogen vinden, waarbij vooral omtrent eigenschappen, die men zelf onvoldoende bezit, opmerkingen worden gemaakt (Lessing heeft al gezegd: ~Man spricht immer über die Tugenden die man 'nicht hat”).

Hier' vooral heeft het door meerdere handen gaan van de beoordeelingen een heilzamen invloed.

Ik meen met het bovenstaande* naast het middel, ook reeds de wijze, waarop d* Directeur beoordeelt, eenigszins te hebben aangeduid. Voor het hoogere personeel beoordeelt hijzelf in eerste instantie, voor de overigen corrigeert en completeert hij. Eigen meening en waarneming geven hier tenslotte den doorslag. Hierbij moge nog wor-den opgemerkt, dat n. m. b. m. de veelal gebruikelijke vorm van beoordeelen, waarbij de beoordeelde zijn eigen beoordeeling moet mede onderteekenen, (wat zijn kan beteekenen!) van de hand moet worden gewezen.

Doch wie corrigeert do beoordeelingen van dien directeur dan? hoor ik U al vragen. Dit geschiedt bij de samenstelling van de officieele beoordeelingsrapporten van de psychotechnisch geteste ambtenaren (en de ambtenaren met eenigszins' belangrijke functie, zijn thans geleidelijk aan'allen getest) door het hoofd van de Afdeeling Personeel van het Rijksarbeidsbureau, tezamen met- den Directeur, op het betreffende G. A. B. zelf. Het lijkt mij belangwekkend, binnen het kader van dit artikel, hierop wat nader in te gaan.