„Rechts?”

„Tot kijk hè?” „Kom je gauw?” ,Ja.”

„Daag!” „Daag!”

„Mijnheer, hebt U al bericht van mijn man ontvangen? Is er al geld gekomen?” Ziedaar de woorden die de loket-ambtenaar steeds maar weer opnieuw te hooren krijgt. Woorden, die den buitenstaander weinig zeggen, doch die hoop en verwachting inhouden, zoodat het antwoord, droefheid en leed, of blijheid en levensgeluk tengevolge kan hebben.

~Overdreven”, deze laatste woorden, geachte lezer? Ik moge U adviseeren uw licht eens op te gaan steken bij de afdeeling comptabiliteit van uw bureau, en, indien mogelijk, daar eens een tijd te verwijlen, ten einde al hetgeen zich daar afspeelt, gade te slaan. Op de spitsuren kan het daar een bijenkorf zijn, met dien verstande, dat het gezoem gevormd wordt door min of meer luid sprekende, soms krakeelende vrouwen, vermengd met kindergehuil.

Dan ziet u uw collega’s recipieeren, adviseeren, troosten en gelaten niet verdiende standjes in ontvangst nemen.

Dan ziet u die schare tot hem komen, listige en goedaardige slimmeriken, goedaardigen en kwaden, verstandigen en dommen. Dan hoort u haar vertoogen, haar verzoeken, ja zelfs beden om ondersteuning, om een voorschot. De geldzending komt niet regelmatig over, er wordt niet genoeg overgestuurd, of, wat helaas ook voorkomt, de man heeft in den vreemde zijn gezin vergeten en vindt het niet noodig om ook maar eenig bedrag over te maken.

Dan ziet u uw collega’s beschikken en met wijs beleid beslissingen nemen. Beslissingen, die u als buitenstaander vaak

niet eens zult begrijpen. Want vraagt u zich af, moet die vrouw, dat volgens uw meening zielige wezentje, dat onder een stroom van tranen en met ontroerende woorden zoojuist haar leed geklaagd heeft, niet noodig voortgeholpen worden? Maar uw collega loket-ambtenaar zal u spoedig het fijne van de zaak vertellen. Die vrouw n.l. ontvangt regelmatig geldzendingen, die haar rechtstreeks toegezonden worden, of zooals in dergelijke gevallen ook wel voorkomt vooral wanneer reeds voorschotten zijn verstrekt zijn gezonden aan het adres van een familielid of kennis, ten einde de terugbetaling van de gedane voorschotten te kunnen ontduiken. Een van de vele gevallen, waarin de kwaden het bederven voor de goeden. U zult zien, dat de werkelijk nooddruftige gevallen er met kennis van zaken uitgehaald worden en er op werkelijk serieuze en kiesche wijze uitkomst geboden wordt.

De afdeeling comptabiliteit van een gewestelijk arbeidsbureau is een wereld op zichzelf, een wereld, bevolkt door ambtenaren, die hun ambtenaarschap in de eerste plaats doen blijken door betoon van menschelijkheid. Natuurlijk worden er ook fouten gemaakt, doch men is bereid hiervan te leeren en bovenal: men is zich bewust mede te bouwen aan een mooie taak.

( ’s-Gravenhaêe ) Augtï tus j. 1. vertrok ons voetbalelftal met steun van een 30-tal enthousiaste supporters, waaronder de waarnemend Directeur, de heer Lieftinck, naar Rotterdam, om daar voor de tweede maal den in 1941 door het Gewestelijk Arbeidsbureau ’s-Gravenhage uitgeloofden wisselbeker te gaan bevechten op het Rijksarbeidsbureau en de Gewestelijke Arbeidsbureaux Rotterdam en Gouda.

Een der dames had nog kans

gezien tevoren de gescheurde shorts te repareeren, zoodat onze spelers onberispelijk den strijd konden ingaan.

In een tropische hitte werd de beker voor de tweede maal veroverd en in triomf naar ’s-Gravenhage gevoerd.

Wederom is gebleken hoezeer dergelijke ontmoetingen het onderling contact tusschen de Gewestelijke Arbeidsbureaux kunnen verstevigen.

Teneinde dit contact op deze wijze ook met andere Gewestelijke Arbeidsbureaux te kunnen leggen, daagt het Gewestelijk Arbeidsbureau ’s-Gravenhage elk ander Arbeidsbureau tot een wedstrijd uit.

Men gelieve zich slechts in verbinding te stellen met den heer Magito, afdeeling Werkverruiming, en men zal worden verslagen!

De ingebruikneming van het nieuwe bijkantoor Delft van het Gewestelijk Arbeidsbureau ’s-Gravenhage vond zonder officieele plechtigheid plaats. Het nieuwe gebouw is in ieder opzicht een verbetering op de oude uitgewoonde school, waarin het bijkantoor tot dusverre was ondergebracht, hetgeen aan een vlotten gang van zaken ongetwijfeld ten goede zal komen.

De heer G. W. Diederix, voorheen chef der afdeeling Migratie van het Gewestelijk Arbeidsbureau ’s-Gravenhage, heeft in het nieuwe gebouw de leiding van het bijkantoor op zich genomen.

C Groningen ) Dondeidag \ ** y lobeptember j.l. kreeg een deel van het personeel van het G. A. B. te Groningen gelegenheid kennis te nemen van het mooie werk, verricht in het Blinden Instituut te Harendermolen. Van heel nabij werd men op de hoogte gesteld van het onderwijs, dat in de verschillende klassen wordt gegeven.