v / ONZE WEGWIJZER

HET BIJKANTOOR TEN PLATTELANDE

Het werk van het bijkantoor ten plattelande heeft, na de reorganisatie van de arbeidsbemiddeling, veel problemen met zich gebracht. Het agentschap van weleer beantwoordde vaak niet aan de gestelde eischen. Soms was de agent niet de juiste man op de juiste plaats, in weer andere gevallen kon hij, ook wel vanwege zijn positie, niet bereiken, wat hij zich voorstelde, omdat Jiet aan de vereischte medewerking ontbrak.

Toen nu in Mei 1941 een nieuwe werkwijze kon worden gevolgd, moesten vele fouten uit het verleden worden hersteld, waarbij er vooral naar diende te worden gestreefd iie arbeidsbemiddeling in de streek in een goed daglicht te plaatse». Wie eenig begrip er voor heeftiioe een plattelandsbevolking op zulk een vernieuwing reageert, zal tevens begrijpen hoeveel werk er moest worden verzet. Met het bedrijfsleven in al zijn geledingen moest nauwe aanraking worden gezocht, ten einde een stevig vertrouwen te vestigen in de goede werking der op nieuwe leest geschoeide arbeidsbemiddeling, was hiervoor het ver- Imjgen van een degelijk inzicht in de eischen van het bedrijfsleven onontbeerlijk.

Een voornaam deel van de taak bestond dus in het aanknoopen van verbindingen met de werkgevers, eerst schriftelijk, daarna mondeling. Voor dit laatste waren beurzen, vergaderingen, fokdagen, aanbestedingen, enz. 'zeer geschikt. De menschen merken dan, dat de ambtenaren met hun belangen meeleven en dat zij niet te doen hebben met lieden die uitsluitend kantoorman zijn.

Is eenmaal een degelijk contact tot stand gebracht, dan volgt de moèilijke taak om aan een niet-sociaal georienteerde streek sociaal besef bij te brengen. De werkgevers dienen oog te krij – gen voor* de sociale zijde der Rijksarbeidsbemiddeling en zij moeten het Arbeidsbureau gaan beschouwen als een centrum van het arbeidsbestel. Vóór zulk een inzicht kan worden gewonnen, zullen de betrokkenen echter eerst resultaat willen zien. Pas als zij ervaren hebben, dat het Arbeidsbureau een nuttige taak vervult, zal bij hen de overtuiging kunnen bestaan van het nut van die instelling' vóór het economische en sociale leven.

Voor het verkrijgen van goede resultaten is het uiteraard noodig, dat de bemiddelaar goed geïnformeerd is over de hoedanigheden van de beschikbare arbeidskrachten, vakbekwaamheid, betrouwbaarheid, gezinsomstandigheden, enz. In den beginne is dk lang niet gemakkelijk, omdat de bemiddelaar immers de werknemers niet voldoende kent. Door informatie moet hij alles meester zien te worden. Het spreekt dan ook van zelf, dat de reorganisatie van de arbeidsbemiddeling ten plattelande aanvankelijk sterk in het teeken van een eerste prganisatie staat. Ook de arbeidsverdeeling op het platteland brengt haar eigenaardige moeilijkheden met zich. Het vraagt veel hoofdbrekens en er is veel overleg noodig tusschen werkgever en bemiddelaar orn op den juisten tijd in den landbouw het benoodigde personeel beschikbaar te hebben, zoodat de voedselvoorziening niet in gevaar komt en alles op tijd in de schuur of elders afgeleverd kan worden. Vooral tegenwoordig zijn hier-

aan bijzondere moeilijkheden verbonden. Het van elders aanvoeren van arbeidskrachten, met de hierbij behoorende zorg voor goede huisvesting en verdere regelingen, wordt steeds urgenter. Oók de nazorg vraagt veel tijd.

Heeft men, zooals bij Bergen op Zoom het geval is, in zijn werkgebied nog een beetwortelsuikerfabriek, waar schier allen gedurende de campagne gaan werken, dan moet rekening worden gehouden met het gevaar, dat andere arbefd, b.v. het rooien van bieten, in het- gedrang zou kunnen komen. Voorts moet nog aandacht geschonken worden aan de vlasindusfrie waar zeer veel landarbeiders werk vinden. Met goed'overleg en regelmatig contact met alle werkgevers kunnen deze en andere moeilijkheden echter worden overwonnen.

Naast de eigenlijke taak der arbeidsbemiddeling: ~Het in den arbeid brengen en houden van werknemers”, komt ten slotte nog het feit, dat werkgevers, zoowel als werknemers met hun sociale en economische problemen ten kantore versclipijnen. De werknemer komt met zijn vele moeilijkheden en bezwaren, .de werkgever vraagt advies of brengt klachten te berde. *

Wanneer hierbij op de juiste wijze door het Arbeidsbureau wordt opgetreden, kan dit zeer veel bijdragen tot versterking van het -vrederzijdsche vertrouwen-Een en ander eischt echter veel kennis, tact en, menschelijkheid.

Tén slotte zou ik nog willen wijzen op den eisch, dat de bemiddelaar vóór alles actief moet zijn. Passiviteit, afwachten of er aanvragen komen, is uit den booze. Hij mdèt er op uit. De bekwaamheid en de activiteit, die de bemiddelaar weet te ontplooien, als ook het vertrouwen, dat hij weet te wekkèn, vormen de grondslagen, waarop een goede, vernieuwde arbeidsbemiddeling kan worden opgebouwd. Zevenbergen. C. M. Pouli.