raad aan de Nederlandsche Heidemaatschappij zich in verbinding te stellen met het Steuncomité te Losser, dat aan de werkloozen aldaar bezigheid verschafte door middel van heide-ontginning. Er werd overeengekomen, dat onder deskundige leiding der Heidemaatschappij woeste grond door werkloozen zou worden ontgonnen. |

De resultaten dezer samenwerking werden al vroeger beschreven in dit Tijdschrift *). Hieruit blijkt, dat reeds een 30 bunder ontgonnen zijn en de eigenaars der te ontginnen gronden over bet werk tevreden. Aan twee ploegen van ongeveer 70 man werd werk verschaft. Deze verdienden ƒ 1.50 per dag van 10 uren en werkten 4 dagen per week. _|

Door gebrek aan grönd- en brandstof werden in Twente de werklieden van de textielfabrieken gedurende eenigen tijd werkloos, zoo ook in Nijverdal. Door den fabrikant werden in overleg met het gemeentebestuur maatregelen getroffen om de werkloozen aan het werk te houden. Daartoe werden door de gemeente eenige perceelen heide, totaal ± 55 H. A., aangekocht en daarop ongeveer 300 man aan ’t werk gezet. Onder toezicht en leiding van de Heidemaatschappij werd de grond met de schop omgespit.

Voor het verkrijgen van goed werk werden de arbeiders verdeeld in groepen, onder directe leiding van voorwerkers del Maatschappj|.

De werkzaamheden bestaan in ; _

:1. een of twee steek diep spitten, al naar den HBS van Qenj grond ; j

2. graven van slooten en greppels ; 1- verbeteren van bestaande waterleidingen ;

4. egaliseeren.

De gronden, welke thans gedeeltelijk zijn bewerkt, zpn voor bouw- en grasland bestemd. In het begin werd uitsluitend m dagloon a ƒ 1.20 gewerkt. Zoodra sommige arbeiders genoeg waren geoefend om spitten en slootgraven voornamelijk in aangenomen werk te kunnen verrichten, werd daartoe overgegaan Alle arbeiders ontvingen een vasten toeslag van den fabrikant, zoodat bij gelijken arbeidsduur ruim hetzeMe loon werd ontvangen als het gemiddelde in de fabriek. Het eventueel tekort der onderneming zal door de gemeente en den betrokken fabrikant worden gedragen.

Voor hetzelfde doel kocht deze gemeente een complex veengrond aan, waarop den arbeiders werk verschaft werd door turfgraven. Behalve de vaste wekelijksche uitkeering der a briek ontvingen zij een loon van ƒ 1.20 voor elke 2000 turven en een premie per 1000 stuks voor de turf, die boven 2000 per dag werd gegraven. Het turfgraven geschiedde onder leiding van

1) Zie ook Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatßchappij, 1 Mei 1916.

2) Zie jrg. V, blz. 459 v.v