Hoe staat het echter met die vakbemiddeling bij de vakvereenigingen zelf ? De heer Bakker beweert, dat de arbeidsbeurzen hierin bij de vakvereenigingen achterstaan. Is dat in werkelijkheid zoo ? Zeker, aan het hoofd van het plaatsingsbureau van ~Mercurius” staat een vakman. Maar de correspon- | denten van dat bureau ? Zij, die om een of andere reden ■ vaak buiten verband met arbeidsbemiddeling in een afdeeling de aandacht op zich vestigen, worden correspondent. Niemand zal gelooven, dat dit nu de ware vakbemiddelaars zijn. Het argument van vakbemiddeling, door den heer Bakker overigeris terecht naar voren gebracht, keert zich tegen de vakvereeni- en is een argument_vóór_ de openbare arbeidsbeurzen.

Hoezeer zijn de eischen, aan de kantoorbedienden te stellen, juist in de laatste jaren geheel gewijzigd! Nog betrekkelijk kort geleden was een kantoorbediende een manusje van alles. Nu is dat, en voornamelijk in de groote zaken, anders. Er is een onderverdeeling van werk gekomen, waarbij vrij groote uniformiteit in bepaalde soorten van werk is gebracht. Bij de groote banken, warenhuizen, verzekeringsmaatschappijen enz. zijn geheele groepen, die gelijk werk verrichten. De bemiddeling is daardoor eenvoudiger geworden, al blijven er groote groepen over, waaraan nog algemeene en hooge eischen gesteld worden.

Een ander bezwaar, door den eersten praeadviseur tegen de openbare arbeidsbemiddeling genoemd, houdt in, dat handhaving van den loonstandaard beter is gewaarborgd bij bemiddeling door de vakvereeniging dan bij bemiddeling door de arbeidsbeurzen. Dat bezwaar bestaat echter in werkelijkheid niet. De kantoorbedienden kennen nog geen minimumarbeidsvoorwaarden; zijn eenmaal algemeen geldende minima vastgesteld, dan zullen de arbeidsbeurzen daarmede zeer zeker rekening houden. De arbeidsbeurzen bemiddelen niet beneden het standaardloon ; dat zullen zij dus ook niet doen voor kantoorbedienden. -I T . 1

dus d© lj6zWcircn tegen de openbare arbeidsbeurzen, genoemd door den heer Bakker, inderdaad geen bezwaren, de voordeelen van de arbeidsbeurzen zijn vele. In de eerste plaats het toezicht op de bemiddeling. Bij de vakvereeniging is dit eenzijdig; bij de arbeidsbeurzen wordt het uitgeoefend door commissies bestaande uit patroons en bedienden ; spr. acht het overbodig daarvan de voordeelen in het licht te stellen.

De heer Bakker vraagt rijkstoezicht voor de bemiddelingsbureaux der vakvereenigingen, maar waarom deze dan niet lleheel overgedaan aan de overheid 1

Spr. komt aan een ander punt, waarbij het voordeel is aan de openbare arbeidsbeurzen boven de vakvereeniging ; dat is de onpartijdigheid. Deze zal bij de arbeidsbeurzen grooter zijn. Immers de vakvereeniging zal, al staat haar bemiddelingsbureau ook voor niet-leden open, aan eigen leden een zekeren