de gemeente. Theoretisch werd de controle uitgeoefend door de paritetische commissies door de burgemeesters aangewezen.

Tegenwoordig speelt de Departementale Arbeidsbeurs, tevens Departementaal Bureau voor de Arbeidsstatistiek, een zeer belangrijke rol.

Aan de gedelegeerden van die Beurs, een patroonslid en een arbeiderslid per arrondissement of gemeente, is opgedragen voeling te houden met de burgemeesters ten einde paritetische commissies in te stellen. In deze commissies blijven niettemin de vertegenwoordigers van de „Bureaux de bienfaisance” zitting houden overal waar dit voor wenschelijk wordt gehouden.

Het eerste gevolg van het ingrijpen van de Dep. Arbeidsbeurs is geweest, dat aan de arrondissements- en gemeentelijke commissies haar ware karakter van arbeiders- en patroonsvertegenwoordiging met betrekking tot het onderzoek der aanvragen werd gegeven.

De Raad van Beheer van genoemde (Departementale) Arbeidsbeurs is aangewezen tot Departementale Commisie van beroep en beslist in laatste instantie over de klachten, welke tegen de beslissingen van de plaatselijke paritetische c ommissies, hetzij door de van de lijsten geschrapte werkloozen, hetzij door het „Bureau de bienfaisance” ingeval dit meent dat een werklooze ten onrechte op die lijsten gehandhaafd is, worden uitgebracht. Maatregelen worden genomen om elke vertraging in de uit – praak in hooger beroep te vermijden. Ingeval het aantal der te onderzoeken zaken te omvangrijk zou worden, zou de Raad van Beheer van de (Dep.) Arbeidsbeurs, dank zij het feit dat in dezen Raad en zijn afdeelingen patroons en arbeiders vertegenwoordigd zijn, een zeker aantal subcommissies voor appel moeten samenstellen. Tot nu toe functioneeren controle en beroep normaal. Er heeft zich een algemeene jurisprudentie gevormd, dank zij de regelmatig aan de gemeentebesturen gezonden circulaires, waarin duidelijk de voorwaarden voor steunverleening, welke in de praktijk twijfel doen rijzen, zijn vastgelegd en waarin de beslissingen in hooger beroep zijn verzameld.

In verband hiermee dient er op te worden gewezen dat de Raad van Beheer zeer kort geleden den Minister van Arbeid heeft verzocht om de voorwaarden te bepalen, waaraan vreemdelingen moeten voldoen om van de genoemde toelagen te kunnen genieten.

Onder welke voorwaarden wordt de werkloozenondersteuning toegekend ? In 1914-15 liet de werkloOze zich inschrijven. Het „bureau de bienfaisance” maakte er een dossier van en stelde zijn advies vast. In de praktijk ontving de belanghebbende zijn eersten steun pas verscheiden weken na zijn inschrijving.

Tegenwoordig geschiedt de inschrijving op de werkloozenlijsten onmiddelijk en het toekennen van steun automatisch voor eiken werklooze die aantoont dat hij werkelijk werkloos is, een vaste woonplaats heeft en vast werk gehad heeft.