heid zou wezen. Een Bondsdirecteur (federal Directer) werd aangewezen om in eiken Staat het werk te organiseeren, onder de controle van den Directeur-Generaal van den Dienst der Arbeidsbemiddeling in de Vereenigde Staten te Washington. De Dienst zou zooveel mogelijk worden geleid op den voet van samenwerking tusschen de Staten en de Bondsregeering en in de meeste gevallen werden de reeds door den Staat beheerde beurzen, bestuurd door haar bestaande directie als deel, van het net van de Bondsstaten, terwijl men wenschte, dat zij slechts een schakel van het Bondssysteem vormden met het oog op de vereffening van open plaatsen, het aanleggen van statistieken en het uitbrengen van verslagen. De Staatsnetten werden aangevuld door een groot aantal nieuwe arbeidsbeurzen opgericht door de Bondsregeering om het net meer volledig te maken. Zoo waren eind 1918 780 beurzen opgericht door den Bonds-Dienst en om bij deze omvangrijke taak behulpzaam te zijn werd bij het Dep. van Arbeid van ongeveer 36.000 personen gebruik gemaakt.

De Dienst was voornamelijk geinteresseerd bij het leveren van geschoolde en ongeschoolde arbeiders voor het werk, ten behoeve van den oorlog in regeeringsfabrieken en scheepswerven en in verband met alle regeeringscontracten. Hij schijnt een betrekkelijk grooter succes gehad te hebben waar het ongeschoolde dan w'aar het geschoolde arbeiders betrof. Dank zij de vermindering van w'erk welke was begonnen te ontstaan juist voor dat de Vereenigde Staten den oorlog begonnen, was er een belangrijke verspilling in het onafhankelijk van elkander werven van concurreerende werkgevers en concurreerende regeeringsdepartementen. Teneinde deze> moeilijkheid uit den weg te ruimen vaardigde President Wilson op advies van de,,War Labour Policies Board,” op 1 Aug. 1918, een speciale verordening uit, welke aan werkgevers verbood ongeschoolde arbeiders te werven op andere wijze dan door de tusschenkomst van den Dienst der Arbeidsbemiddeling of op door dezen Dienst goedgekeurde methoden. Hoewel deze verordening den werkgevers niet verbood werklieden aan te nemen, die ongevraagd zich bij hc»n aanmeldden, droeg zij er niettemin ten zeerste toe bij het werk van den Dienst der Arbeidsbemiddeling te steunen vooral wat betreft de concurrentie met de winstbeoogende plaatsingsagentschappen. Een ander belangrijk stuk oorlogswerk was de door den Dienst geleide campagne om arbeidskrachten te verzekeren voor de levensmiddelen-productie en wel in het bijzonder voor het binnenhalen van de tarweoogst. Het was noodig groote massa’s menschen over te brengen van die vlakten in het Zuiden, waar de oogst in Mei of Juni begon, door het Midden-Westen en tenslotte naar de Noordelijke districten, waar de oogst in den herft. werd ingezameld. Weinig tijd of gelegenheid bestond gedurende den oorlog voor de uitwerking der techniek of van een doeltreffend systeem van