op een vraag van den heer Van Wijhe, hoe het staat met de verbetering van den voor het nationaal verkeer belangrijken weg Hoenderloo-Arnhem.

De wethouder deelde mede, dat onlangs door het gemeentebestuur van Arnhem tot B. en W. van Apeldoorn officieel de vraag is gericht, of zij bereid zijn, een bijdrage te verleenen tot verbetering van den bedoelden weg. Het werk zou door Arnhem ondernomen worden ter bestrijding der werkloosheid, terwijl in het schrijven tevens verschillende motieven tot verbetering van den weg werden naar voren gebracht, zoo o.a. het belang, dat Hoenderloo heeft bij directe verbinding met Arnhem, en het feit, dat de nieuwe weg minder geaccidenteerd zou zijn dan de bestaande straatweg Apeldoorn-Arnhem. Het gemeentebestuur van Apeldoorn plaatst zich op het standpunt, dat de bestrijding van Arnhems werkloosheid Apeldoorn weinig kan schelen, in zooverre, dat Apeldoorn niet geroepen is, de werkloosheid van Arnhemmers te bestrijden. In de tweede plaats is de nieuwe verbinding heel mooi, maar de heuvels vermijdt men toch niet. Overigens is het grootste gedeelte van den weg reeds door Apeldoornsch personeel in orde gemaal.

Nu voert men te Arnhem aan, dat door dezen weg verschillende dorpen als Hoenderloo en Ugchelen uit hun isolement zullen worden verlost, maar toen er destijds plannen gevormd werden voor een nieuwen spoorweg Arnhem—Ede—Apeldoorn, deden Apeldoorn en Ede toezeggingen tot financieelen steun, doch Arnhem bleef achterwege.

Er bestond dus geen andere reden het verzoek in te willigen, dan dat men Hoenderloo er mede helpt en daarom is dan ook een bijdrage toegezegd. Zoolang daar echter geen antwoord op is gekomen, kunnen B. en W. geen voorstel bij den Raad indienen.

De heer Van Wijhe voerde nog aan, dat het bedrag misschien door Arnhem als een fooitje wordt beschouwd en wees er op, dat Gedeputeerden een som Van / 500.000 hebben uitgetrokken voor verschaffing van productief werk. Wellicht kunnen de gemeenten uit dit potje iets putten, ten einde dezen belangrijken verkeersweg tot stand te brengen.

De wethouder had fiooit officieel kennis gekregen van het bestaan van dit fonds, doch zal een onderzoek instellen.

Het standpunt, dat Apeldoorn, hetwelk in één comité rnet Arnhem samen werkt zie boven in deze inneemt, is niet erg ruim. Apeldoorn heeft toch ook tientallen werkloozen ? En wat bedoelt de wethouder als hij zegt dat hem van dat half millioen niets officieels bekend is ? Gaat een wethouder die het belang van zijn gemeente voorstaat, ook wel eens niet af op een zaak die hem officieus bekend is ?

Bergen op Zoom. In de heden gehouden Raadsvergadering werd aan het Plaatselijk Steuncomité opnieuw een crediet