werkloosheid betreft. Het is voor ons een uitgemaakte zaak dat de controle der ingekomen contributies zeer goed centraal kan geschieden en dat eenige dubbeltjes verschil hier en daar (welke verschillen elkaar in de meeste gevallen onderling weer ophef Een) het omslachtige controleapparaat der formulieren 55 T, 54 U, V en W. niet voldoende rechtvaardigen.

Trouwens, ook zonder nu bepaaldelijk ofïicieele wijziging te brengen in de bestaande contróle-metboden is bij verstandige toepassing daarvan door de gemeentebesturen reeds heel wat te bereiken. Het is o.i. ten aanzien van die kassen, die de administratie redelijk goed bijhouden, van de zijde der gemeentebesturen aangewezen, de bedragen vermeld op de formulieren model 54 U voorloopig als juist aan te nemen. De contrólekan hierdoor tot eenige keeren per jaar beperkt blijven en eventueele verschillen ook over de ongecontroleerde maanden alsnog verrekend worden. Op die manier maakt men het elkaar niet lastiger dan noodig is, ontaardt niet in een contrólemanie en de zaken loopen er niet minder goed om.

De R. K. Centrale Raad van Bedrijven en de werkloosheidsverzekering. Na afloop van het in de maand Juli gehouden congres van den R. K. Centralen Raad van Bedrijven, hield het Bestuur een vergadering, waarop de werkzaamheden van den Raad bepaald werden. Verschillende ontwerpen zullen worden opgemaakt o.a. door den Heer Nijkamp een ontwerp voor werkloosheids- en ziekt euitkeering.

Wachtgeldregeling sigarenindustrie. De wachtgeldcommissie in deze industrie heeft de volgende besluiten genomen ;

I. ~De uitkeering van wachtgeldtrekkenden zal worden ingehouden, wanneer zij geheel of gedeeltelijk voor eigen rekening werken.

Uitzondering hierop wordt gemaakt voor personen, die, voor dat zij werkloos werden, buiten fabriekstijd geregeld voor eigen rekening hebben gewerkt en hiervan de noodige bewijzen kunnen bij brengen”.

11. „Aan geheel werkloozen, trekkende van de W. R. kan, indien zij in een andere plaats, dan die hunner inwoning, werk hebben bekomen, ten laste van het fonds eenmaal reisgeld worden verstrekt.

Indien het werk wordt aanvaard in een plaats waarheen op abonnement gereisd kan worden, dan zal, indien de betrokkene dat verlangt, in plaats van reisgeld, voor de eerste week een abonnementskaart worden verstrekt.

Geen reisgeld of abonnementskaart wordt versterkt, dan bij overlegging van een door den patroon gegeven bewijs, waaruit blijkt, dat de betrokkene werkelijk werk heeft bekomen.

Bij ieder kwitantie moet het bewijs, hierboven bedoeld, worden overlegd”.