zooveel mogelijk na overleg met de overige vereenigingen van Uw bedrijf.

Het bedrag der uitkeering is gelijk aan hetgeen reglementair rechthebbende leden ontvangen.

Krachtens art. 136 c van het wetsontwerp tot nadere aanvulling en verhooging van hoofdstuk Xa der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1919 zal, indien dit ontwerp wet wordt, het Rijk bovenbedoelde verplichting van ons overnemen.

Het Koninklijk jNationaal Steuncomité, enz.

Girculaires-Werkloosheidsverzekering.

Afdetling Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling.

No. 209 V. S

’»-Oravenhage, 30 Oct. 1919.

Betreffende: Uitvoering der Werklooaheidsverzekeringsnoodwet 1919, enz.

2 bijlagen.

Aan de besturen der gemeenten, toegetreden tot het Werkloosheidsbesluit 1917.

Ten vervolge op mijn circulaire van 21 October 1919, No. 212, heb ik de eer Uw College het volgende mede te deelen. Ten aanzien van de verrekening der bedragen, welke de vereenigingen uit hoofde van het in die circulaire onder I A, I B e,n I C genoemde zullen moeten ontvangen, is de volgende regeling getroffen.

Aan de vragen, voorkomende op de formulieren model SOA en SIA, zijn eenige toegevoegd, die op de in die circulaire bedoelde bijslagen en uitkeeringen betrekking hebben en wel afzonderlijke vragen aangaande :

10. Bijslagen en uitkeeringen op grond der Werkloosheidsverzekeringsnoodwet 1919 ;

20. Uitkeeringen aan reglementair nog niet rechthebbende leden, beboerende tot vroeger uitgesloten bedrijfsgroepen van bestaande werkloozenkassen, die thans tot het lidmaatschap der kas zullen worden toegelaten ;

30. Uitkeeringen aan reglementair nog niet rechthebbende leden van bestaande werkloozenkassen, niet vallende onder 20.

Bovendien is voor nieuw opgerichte werkloozenkassen, waarvan de leden bij werkloosheid reglementair nog geen recht op uitkeering hebben, een afzonderlijk formulier vastgesteld.

Een exemplaar van het gewijzigde en van het nieuwe formulier doe ik U hierbij ter kennisneming toekomen.