5. Wanneer de werknemer in een kalenderweek by meer dan één werkgever werkt, zal de eerste die hem in dienst nam in die week of zulk een andere werkgever of werkgevers als kan worden voorgescbreven, beschouwd worden de werkgever te zyn voor de toepassing van de bepalingen dezer Wet, welke betrekking hebben op de betaling van premies en van dit Additioneele artikel.

6. Reglementen gemaakt volgens deze Wet kunnen bepalen, dat in gevallen of groepen van gevallen, waar werknemers onder de algemeene contróle en leiding werken van iemand anders dan hun onmiddelyken werkgever, zooals b.v. de eigenaar of bedrgfsleider van een myn of steengroeve, of de bezitter van een fabriek of werkplaats, zulk een persoon, voor de toepassing van de bepalingen dezer Wet, betrekking hebbende op de betaling van premies en van dit Additioneele Artikel, beschouwd zal worden als de werkgever en kunnen bepalen hem toe te staan het bedrag van eenigorlei premies (geen werkgevers-premies), voor de betaling waarvan hy verantwoordelijk kan worden, af te trekken van de sommen door hem te betalen aan den onmiddelyken werkgever en om den onmiddelijken werkgever in staat te stellen de gelijke sommen terug te vorderen van de werknemers en op dezelfde manier alsof hy zelf voor de betaling der premies verantwoordelijk was.

7. Wanneer de werknemer geen loon of andere geldelyke betaling ontvangt van zijn werkgever of eenig andere persoon, zal de werkgever verplicht zijn de premies te betalen, welke door hem zelf, zoowel als die, welke door den werknemer betaald moeten worden en hij zal niet gerechtigd zijn eenig deel daarvan terug te vorderen van den werknemer.

8. Niettegenstaande eenig tegenovergesteld beding zal de werkgever niet gerechtigd zyn om de werkgeverspremie van de loonen af te trekken of op andere wijze van den werknemer terug te vorderen.

9. Elke som afgetrokken door een werkgever van loonen of andere vergoedingen volgens dit Add. Artikel zal beschouwd worden als hem toevertrouwd met het doel de premie te betalen ten behoeve waarvan zij werd afgetrokken.

10. Voor de toepassing van dit Add. Artikel, beteekent de uitdrukking „kalenderweek” het tijdperk van ’s Zondags middernacht tot den volgenden Zondag middernacht.

VIJFDE ADDITIONEELE ARTIKEL.

BsPAniifGEïr VAK DE Factoet and Woekshop Act, 1901, TOEGEPAST OP BIZONDEEE BESCHIKKINGEN GEMAAKT VOLGENS DEZE WeT.

80. 1. Voordat de Minister eenige bizondere beschikking volgens deze Wet maakt, zal hij, zooals hem het best voorkomt om de betrokken personen er mede in kennis te stellen, een