komen, neemt genoemd bezwaar ten opzichte der werkverschaffingen niet zulke verhoudingen aan. Doch ten aanzien der gewone arbeidsbemiddeling door een steunhchaam geldt dit bezwaar wel degelijk. Als men weet dat men door een steunhchaam ook aan een betrekking geholpen kan worden, is men eerder geneigd om hulp bij dat orgaan aan te kloppen, niet nog in de eerste plaats om den steun, maar om een baantje. Gewoonlijk zijn het lieden, die eenmaal zich aanmeldende moeilijk door een openbaar hchaam geweigerd kunnen worden, hoe zeer ze zich te voren ook nog wel redden en zich als ze aan zich zelf werden overgelaten ook nog wel verder zouden redden. Op dit euvel hebben wij even willen wijzen.

De algemeene bedenking van Dr. Maier c. s. dat de bemiddeling voor maatschappelijk mindergeschikten van een te individueel karakter is om door de arbeidsbeurzen te geschieden, hebben wij reeds behandeld. Onbekendheid met het tegenwoordige karakter van den arbeid der beurzen is oorzaak van deze o. i. onjuiste opvatting. Een andere grond voor zoodanige opvatting willen wij aanduiden, doch niet verder ontleden : er is tegenwoordig ten opzichte van de sociale zorg soms een streven te bespeuren, dat wie den man eenmaal beet heeft ook zijn heele verzorging dient te hebben. In een polemiek met het Amsterdamsche steuncomité hebben wij indertijd daarop reeds gewezen Dat streven is nu en dan duidelijk waarneembaar. Maakt een knappe, krachtige persoonlijkheid zich daarvan de tolk, dan zal het hem, gegeven de gebrekkige detailkennis der overheid op verschillend gebied, niet zelden gelukken een arbeidsterrein naar zich toe te halen, dat eigenlijk niet het zijne is. Vandaar de verklaring van het verschijnsel dat een zaak, die door samenwerking van verschillende organen moet tot stand komen zoo verschillend in verschillende plaatsen geregeld is. Dit hangt vaak af van hem, die het hardst aan het touwtje aan zijn kant heeft getrokken ®).

A fzonderlijlce afdeeling hij de Arheidsbeurzen,

Natuurlijk zal de arbeidsbeurs zich dienen aan te passen aan de eischen dezer bijzondere bemiddeling. Het lijkt ons aangewezen, dat aan de arbeidsbeurzen een speciale van de overige afdeelingen onafhankelijke bemiddelingsafdeeling voor maatschappelijk mindergeschikten verbonden wordt onder

1) Tijdschrift voor Werkloosheid jaargang. 1917, pag. 244 v.v.

2) Een merkwaardig staaltje van dit streven levert Dr. J. H. Adruni in zijn ingezonden stnk in het Algemeen Handelsblad van 15 Mei 1920 vierde blad. Mr. Etekts blijkt dit standpunt niet in te nemen, waar hij wel de geneeskundige armenzorg voor rekening van den geneeskundigen dienst wil laten. Of hij dan echter de placeering der behoeftigen in beginsel niet bij de bemiddelingainstituten Wil laten is ons niet duidelijk geworden.