Waarom het niet wenschelijk is, dat van de zijde der werkgevers bijgedragen wordt aan de werkloozenverzekering.

Er behoort misschien eenigen moed toe cm bij de behandeling van het bovenstaande na te gaan of er inderdaad een rechtsgrond is om de werkgevers te doen bijdragen in de kosten der verzekering, aangezien deze vraag in verschillende landen reeds in bevestigenden zin is opgelost.

En toch wil ik niet nalaten dit punt aan te voeren, daar ik meen, dat die rechtsgrond niet bestaat.

Ik beschouw in de huidige samenstelling der maatschappij de werkloosheid als een euvel, dat als een algemeen maatschappelijk verschijnsel dient beschouwd te worden. De Staat kan de gevolgen daarvan verzachten door uitkeeringen aan de werkloozen en daartoe staan twee wegen open. Of hij steunt de organisaties, die daarvoor opgericht zijn : de werkloozenkassen der vakvereenigingen, of hij neemt de werkloozenverzekering zelf ter hand en verplicht iederen werknemer behoudens uitzonderingen daaraan deel te nemen.

In het eerste geval steunt hij het particulier initiatief der werknemers, en daarmede is het opleggen van verplichtingen aan werkgevers in strijd.

In het tweede geval legt hij aan alle werknemers verplichtingen op tot bijdragen aan die verzekering, regelt hij zelf de geheele materie en draagt daarvan de verantwoordelijkheid.

Bepaalt zich de Staat tot steun alleen aan de vakvereenigingen die eene verzekering tegen werkloosheid hebben, dan zou het billijk kunnen wezen eveneens de pogingen der werkgevers, die vrijwillig, hetzij persoonlijk, hetzij georganiseerd daaraan bijdragen op eene of andere wijze te steunen, maar eene regeling, die den eenen vrij laat en den anderen eene verplichting oplegt is toch zeker van allen rechtsgrond ontbloot.

®ij ~verplichte verzekering” is het anders gesteld. Als voorbeeld zou men de invaliditeits-verzekering kunnen nemen, die zelfs uitsluitend door de w'erkgevers betaald wordt.

Echter is hier het groote verschil, dat men bij deze de gevolgen van het dienstverband tusschen werkgever en werknemer regelt, en bij de werkloozenverzekering de gevolgen van het niet aanwezig zijn van zoodanig dienstverband.

Alleen dan wanneer de werkgevers in eene bepa.alde industrie het in de hand zouden hebben te beslissen wie tot de werknemers mogen beboeren en zij de bevoegdheid zouden hebben die werknemers van de eene fabriek naar de andere te verplaatsen, zooals de Staat doet met degenen, die in Staatsdienst