zijn, alleen dan zouden de werkgevers verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor het voorkomen van werkloosheid onder die w'erknemers.

Maar indien men wat niet anders mogelijk is de werknemers volkomen vrijheid laat te gaan of te blijven waarheen zij willen, een beroep te kiezen te hunner keuze of van beroep te veranderen, zoolang zal men m. i. nooit met eenigen rechtsgrond aan de werkgevers de verplichting kunnen opleggen bij te dragen voor hen, die niet in lum dienst zijn, omdat er voor hen, misschien tijdelijk, misschien duurzaam geen werk is.

Wanneer men de werkloosheid als een algemeen maatschappelijk verschijnsel wil beschouwen, dan is er alle reden, dat de wetgever hier regelend optrede en in de kosten bijdrage, maar hij legge daarbij geen financieele lasten op een deel der burgerij, dat daarvoor niet in aanmerking komt.

Laten we thans den rechtsgrond buiten beschouwing laten en ons af vragen waartoe het bijdragen der werkgevers moet leiden.

In de allereerste plaats tot het duurder maken der producten. De kosten, die de werkloosheidsverzekering op het bedrijf legt moeten ten gevolge hebben, dat de winst van den werkgever kleiner wordt en deze zal dientengevolge doen, zooals bij alle sociale maatregelen het geval is, den prijs van het artikel verhoogen. Kan dit niet w'egens de concurrentie met het buitenland, dan zal de betrokken industrie kwijnen met het gevolg, dat de werkloosheid, die men wil bestrijden er integendeel door zal verhoogd worden.

Indien de prijs wel verhoogd kan worden, dan zijn het dus niet de werkgevers maar de gezamenlijke consumenten, die het gelag betalen.

Is dit wenschelijk ? Mij dunkt allermin.st.

Want indien alleen de Staat bijdraagt, dan wordt dit geld opgebracht uit belastingen, die voor het grootste gedeelte progressief geheven worden. Maar indien een deel daarvan door de werkgevers betaald wordt, dan zullen niet deze maar de koopers van alle dus ook van noodzakelijke • levensbehoeften zonder progressie daaraan bijdragen.

Indien dit juist is, hetgeen ik meen te moeten aannemen, dan vervalt daarmede het geheele motief voor de deelneming der werkgevers, want inderdaad zijn zij het niet, die de verzekering betalen, maar de consumenten, dat is dus de geheele bevolking.

Moet men nu voor deze verandering van stelsel, die m. i. geen verbetering is, het bestaande op het gebied der werkloozenverzekering verlaten en een zeer ingewikkeld stelsel daarvoor in de plaats stellen ?

Ik spreek van een zeer ingewikkeld stelsel, omdat het zelfs bij oppervlakkige beschouwing duidelijk is, dat het in het thans bestaande stelsel onmogelijk is de werkgevers in te schakelen.