vindt inde Wees- en Boedelkamer te Haarlem (1). Zijne dochter Eva huwde omstreeks 1653 met Gijsbrecht van Versevelt, bankier te Weesp, gelijk blijkt uit de volgende acte, berustende in het Bijksarchief depót te Haarlem. Ghijsbert van Versevelt, Banckhouder te Weesp, gehuwd met E>'a van Damme, geeft volmacht aan Seger van Putten, notaris en procureur te Haarlem, lot verkoop vaneen huis staande buiten de Kruispoort te Haarlem, van ouds genaamd ~Het Huys te Visbeen” (2). * * * Zooals ik reeds mededeelde stichtten Jacques van Damme en zijne huisvrouw Elisabeth Blinkvliet in 1640 het nog bestaande Zuidenhofje. Over dit Hofje ten slotte nog het volgende: Het Zuiderhofje is eene instelling der Doopsgezinden, en behoort tot eender oudste instellingen van liefdadigheid te Haarlem. Aanvankelijk was het bestemd ter bewoning voor 15 oude vrouwen, waaronder de opzichteres. Deze bewoonsters, alle leden der hierboven genoemde gemeente, genoten in vroeger jaren behalve vrije woning, een weekgeld van tien stuivers, bovendien kregen ze jaarlijks twintig ton turf, twee vaatjes boter, ieder van twintig pond, benevens anderhalf mud aardappelen, daarenboven ontvingen zij jaarlijks eenig linnengoed, alsmede een zekere hoeveelheid spek en vleesch, terwijl zij vrij genees- en heelkundige hulp en medicijnen genoten ; bovendien werden zij tweemaal ’sjaars onthaald op versch vleesch en op zoodanige andere verkwikkingen als haar door de vier Regenten en de vier Regentessen van het Hofje werden verstrekt. Later ondergingen de leefregels der bewoners onderscheidene wijzingen (3). (1) Letter M. No. 161. Zie ook A. van Oamtne, Geschiedenis van den bloembollenhandel. Verschenen als bijlage van het Weekblad voor Bloembollencultuur. Blz. 108. (2) Archief Weesp. Acten van verschillenden aard. 16 Aug. 1658. (3) In het werkje over Teyler van der Hulst door W. P. .T. Overmeer, uitgegeven te Haarlem in 1902 komt op blz. 21 de volgende mededeeling voor: Margaretha Cloribus huwd in 1700 met Carel van Damme te Haarlem. Meerdere bijdragen betreffende de geslachten van Damme zullen steeds welkom zijn.

Het geslacht Bangeman.

(Zie A. N. F. blad, 1902, kolom 173). (.Aanvullingen). Hieronder volgt bet resultaat vaneen persoonlijk onderzoek in het oud- archief te Batavia, waardoor het in 1902 in dit maandblad verschenen artikel, dat grootendeels (hoewel niet geheel en al) uit familieaanteekeningen was opgesteld, belangrijk wordt aangevuld en het reeds medegedeelde ofiiciëel wordt bevestigd. Pieter Joan Bangeman Senior, was werkelijk drie malen gehuwd; de trouwboeken te Batavia rijken helaas en onbegrijpelijker wijze, niet ver genoeg terug (het oudste begint eerst in 1708) om de datums dier huwelijken, althans van de heide eerste, die in Indië gesloten werden vast te stellen; het doopboek der „egte kinderen’’ helpt ons echter verder. Te Batavia werd n.l. 10 Juli 1725 gedoopt: Pieter Joan, zoon van Pieter Joan Bangeman en van Johanna Gleijer. Achter den naam der moeder staat voorts in het doopboek, de aanteekening: ~reeds overleden”, zoodat het vermoeden gewettigd is, dat Johanna Gleijer hij of kort na de geboorte van haar eerste kind overleed. Deze Pieter Joan Bangeman (Junior) is dus degene, die door mij onder 1 in kolom 174 genoemd werd, als begraven te Amsterdam 18 October 1783. Het 2e huwelijk van Pieter Joan B. Sr moet tusschen 1725 en 1728 plaats gevonden hebben, want het doopboek te Balavia zegt: gedoopt 20 Januari 1729, Andries Ernst, zoon van Pieter Joan Bangeman en Margaretha Johanna Rooseboom. Dit kind, inde familie aanteekeningen, niet genoemd, zal jong gestorven zijn. De 3e eehtgenoote Wilhelmina Johanna Nernegheer, overleed volgens eigenhandige aanteekening van haar zoon H. P. B. wél op 18 Januari 1774 doch zonder vermelding van de plaats van overlijden. Abusievelijk gaf ik Amsterdam op. Voorts geeft het doopboek van Batavia nog: 28 Mei 1743 gedoopt llugo Josephus, zoon van Pieter Joan Bangeman en Wilhelmina Johanna Nemegheer. Deze door mij sub. 3 kolom 174 genoemd, was volgens het begraafregister te Batavia begraven 17 December 1788, „innocent” zegt het register er bij. De sub. 5 genoemde Joan Andries is ook gehuwd geweest en wel met Sophia Anna Goetbloed, waarbij Pieter Joan Bangeman, gedoopt te Batavia 7 April 1/82. Blijkens de otficiëele Naamboekjes der Indische regeering was hij koopman in Comp. dienst sedert 1787; hoofd van Poeloe Ay en Rhun (Banda), 1792—