rijke genealogische en heraldische bijdragen afzonderlijk uitgegeven of in tijdschriften, zijn sedert dien tijd openbaar gemaakt. Langzamerhand zal het tijd worden, dat een goed bibliographisch overzicht verschijnt, met kracht wordt door ons daaraan doorgewerkt, maar voltooid mag het nog niet genoemd worden. Sedert vele jaren verscheen niet één geslachtlijst, zóó in verband staande met de geschiedenis van ons vaderland. De schrijver ofschoon nog jong, heeft i hierin een meesterwerk voltooid en hopen dat zijn

tankondigingen. H. G. A. Obreen. Geschiedenis van het Geslacht van Wassenaer. Geïllustreerd met anthentieke afbeeldingen. Leiden, A. W. Sijthoff, 1903. Rov. 4°. Waarlijk hadden wij niet gedacht ruim een3staljaren geleden, dat de hulpwetenschappen van de geschiedenis zoo’n vorderingen zoude maken. Wat is sedert dien tijd niet opdat gebied openbaar gemaakt. Serieën kwartierstaten verschenen, belang-

arbeid, door nog menig geschrift in dien geest, bewerkt van zijn band, zal verschijnen. Wellicht krijgen wij spoedig vaneen ander Huis, want zoo mogen wij Wassenaer wel noemen, de geschiedenis b.v. van de Egmonden of Brederoden. Mag werkelijk weder eens een studie verschijnen, wij verwachten dan van den auteur een werk nog breedvoeriger opgezet. De uitgever, de welbekende firma Sijthoff, die sedert jaren zich zoo verdienstelijk maakt met de uitgaaf van oude, wereldberoemde handschriften, heeft ook dit werk uitstekend uitgevoerd, afbeeldingen zoowel als druk zijn niet alleen onberispelijk, maar zijn boven allen lof verheven. De schrijver geeft in dit werk achtereenvolgens, de bronnen, die door hem gebruikt zijn bij het samenstellen van zijn arbeid, behandelt vervolgens de geschiedenis van de bezittingen der Wassenaers en handelt over de afstamming van dat geslacht uit de oud-burggraven van Leiden. Dan volgen historische-genealogische overzichten van de takken, al of niet rechtstreeks in verband staande, de tak der Burggraven, de van Half-Wassenaers, van Santhorst, van Cranenborch, van Duvenvoorde, later van Wassenaer—Duvenvoorde of van Wassenaer alleen, van Wassenaer-Obdam, van Wassenaer-Aike- | made, van Polanen, ’sHeerenberg en van Breda. Terwijl een wrapen- en zegelbeschrijving en een beschrijving der portretten het geheel completeeren en een breedvoerig goed register, het naslaan van een en ander zeer vergemakkelijkt. Het genealogisch overzicht in dit hoogst belangrijk werk, wat vroegere eeuwen betreft, zeer critisch bewerkt, wat de laatste eeuw aangaat ofschoon goed hadden wij dit gedeelte toch gaarne iets meer volledig gewenscht. Maar wie zijn arbeid is ooit volmaakt!