jegens clo fransche mededingers werd liierdoor opgewekt, en door nationalen haat aangevuurd. Al spoedig klaagden zij, dat de Staten de voorwaarden van de overeenkomst geenzins in alle deelen naar kwamen. De twisten hieruit gerezen en de bemiddeling der geschillen welke hen hun vaderland hadden doen verlaten , zeer waarschijnlijk aan de verheffing van Prins AVillem 111, op den Engelschen troon, in 1688, verbonden, waren de oorzaken, dat deze fabriek en hal spoedig hun bestaan verloren, terwijl het zelfs schijnt, dat zij nimmer een, in allen deele overeenkomstig het plan, gevestigd bestaan hebben gehad. Van het bestaan eener Engelsche Kerk en predikant is ons althans tot dusverre geheel geen spoor voorgekomen.

Nog eenigen tijd werd het werkhuis door de fransche fabriekeurs gebruikt, doch reeds in 1695 kwam het den Staten een geschikt gebouw voor, om tot een Lands-Ammunitiehuis te worden ingericht, waartoe de oude St. Catharinakerk van Hoek, bij de Hoeksterpoort, tot dusverre gestrekt had. Dit geschiedde, en de Lakenhal of Martenahuis werd van toen af de woning van ’s Lands Ammunitiemeester. Op den 7“ September 1695 werd de St. Catharinakerk door Gedeputeerde Staten op zekere voorwaarden (te vinden in het zesde deel van het Vriescli Charterboek, fob 251) aan den Magistraat van Leeuwarden overgedragen, om tot een Stads te worden ingericht. Het Engelsch huis integendeel onderging verschillende wijzen van bestemming. Onder de fransche regering werd het tot eene kazerne van het garnizoen ingeruimd, tot dat het, na het bouwen; der nieuwe kazerne Prins Frederik, (1827—1829), in 1830 tot een Stads-Armhuis werd verordend.

Ziedaar nu een staaltje uit zoovelen, waaruit men kan zien hoe de zoogenaamde zelfs uitheernsche Hervormden begunstigd werden; thans willen wij eens onderzoeken wat lot daarentegen de Katholieken beschoren was.