Sedert den 5 Maart 1868 bestuurde Mgr. Zwijsen het diocees ’s Bosch. De zoete herinneringen uit zijn werkzaam en deugdzaam leven steunden hem tot in hoogen ouderdom, en de begeerte om alles voor zijne geloovigen te zijn bleef hem bij tot in zijn laatsten stond. Gaarne beschouwde hij het prachtige Gothische zilveren kruis van meter hoogte, een meesterstuk van zilverwerk, dat hem op den 17 April 1867 bij gelegenheid van zijn zilveren bisschopsfeest, door de geestelijkheid van het aartsbisdom ten geschenke was gegeven. Een blik op dat kruis gaf hem moed en kracht in zijne oogenblikken van beproeving.

Een zware beproeving was het hem o. a., dat ongesteldheid hem belette aan het Vaticaansch Concilie tot het einde toe deel te nemen en met zijne broeders in het Episcopaat de prerogatieven van den Algemeenen Vader der geloovigen te proclameeren; maar hij droeg dit kruis geduldig en met onderwerping, tevreden inde zegepraal van Pius IX.

Hij is dan heengegaan. Zijn stoffelijk overschot heeft nog een oogenblik gerust in de grootsche St. Jan, die hem hare restauratie dankt een werk , dat alleen reeds genoeg is om den naam van Mgr. Zwijsen in gezegend aandenken te doen blijven, en daarna is het overgegeven geworden aan de aarde, waaruit het genomen is, om eenmaal weder vereenigd te worden met zijne groote ziel op den dag der eeuwige vergelding.

Hij ruste in vrede!

Het diocees van ’s Bosch ontvange een bisschop, zulk een grooten voorganger waardig I

Maasbode."