God, Zijne heilige Moeder en alle engelen en heiligen mogen met u zijn!”

Daar klonk trompetgeschal van af het voorplein. »Dat is lord Kenmure,” riep de graaf, »nu moet ik scheiden.”

Nogmaals kuste hij gade en kinderen en ijlde dan de deur uit, onderweegs met de hand de tranen van zijne oogleden drogende. Weldra bliezen de trompetten te tweede male, het geroffel der trommels mengde zich in de schetterende krijgstonen. De gravin trad met de kinderen op het balkon en zag op het slotplein, dat met aftrekkende scharen gevuld was. Juist togen de eerste krijgers over de ophaalbrug naar buiten. In gelijken pas volgde nu de geheele bonte schaar, meer dan duizend man sterk, die in de haast te zamen gekomen waren; in Dumfries zouden zij zich bij de andere strijdgenooten aansluiten. Hoog wapperde de oude Schotsche banier, de roode leeuw op een gouden veld. Graaf Nithsdale reed aan de zijde van lord Kenmure; nog eenmaal groette hij naar omhoog en dan trok ook hij over de brug en volgde den stoet door den hollen weg bergafwaarts. De gravin staarde hem met vochtige oogen na; zij zag zijn zwaard in de morgenzon glinsteren en zijn zwartgouden vederbos boven de andere uit wuiven nog eens werd hij zichtbaar en was daarna voor goed uit hare oogen verdwenen!

—— ■ Met wankelende schreden verliet de gravin het balkon en ging in de huiskapel, om daar uit te weenen en in het gebed kracht en sterkte te zoeken voor de bange uren, die, gelijk een inwendig gevoel haar voorspelde, weldra komen zouden.

IL

Tijding uit het legerkamp

Sedert het vertrek van graaf Nithsdale waren nu ongeveer drie maanden voorbijgegaan. De herfst had de bosschen om het kasteel Terregles bruiner gekleurd en