Ik moet bekennen, er was dien dag wat gepasseerd, en wij hadden alles behalve gebeden, want gedurende een maand leefde ik weder geheel, zooals men zegt, „als een Schot in Frankrijk." Ik look al zeer spoedig mijne oogen, nadat ik eerst nog eens hartelijk gelachen had om een niet zeer kieschen kwinkslag, die een mijner krijgsmakkers kort geleden had gedebiteerd. Plotseling bevond ik mij in het land der droomen. Uit een dichten nevel, die, ongeveer in het midden, een helderen breeden lichtstraal doorliet, verscheen mijn goede moeder, met een gelaat, zóó rein, zóó zuiver als ik haar nog nooit had aanschouwd. Haar gansche voorkomen kenteekende den gelukstaat en verzekerde mij, dat zij in een toestand van zulk een onverstoord genoegen leefde, als men op aarde niet bereiken kan. Toch stonden haar oogen treurig toen zij ze op mij richtte, en ofschoon haar lippen zich niet bewogen, en zij zelfs geen enkel geluid liet hoeren, werd het mij op eenmaal duidelijk, dat zij zich om mijn levensgedrag zeer bekommerde, en God dagelijks voor mij biddende, mij nu verscheen om mijn terugkeer tot het goede van mij te verkrijgen.

Battista, ik heb de dierbare, onvergetelijke vrouw zoo duidelijk en klaar gezien, als ik de pen aanschouw, waarmede ik u op dit oogenblik schrijf. Meermalen had ik droomen welke indruk op mij maakten, maar dit is zeker geen van de gewone soort.

Benige seconden staarde zij mij roerloos aan, hield haar reinen, doordringenden blik op mij gevestigd, waarin een zacht en liefderijk verwijt te lezen was.

Welke oorzaak bestond er, dat ik eensklaps tot de ontdekking kwam mijn medaille gansch te hebben vergeten? Toch is dit zoo, want ijlings greep ik naar mijn hals, en deze beweging deed mij ontwaken.

De aanbrekende dageraad wierp een flauwe schemering door mijn veldtent, en het regelmatige geronk van mijn slapende krijgsmakkers deed mij spoedig weder indommelen. Wat ik thans in mijn droom aan-