IMMORTEIIENKRANS

OP ; FEBItUiRI IBTO,

Eersten verjaardag van den dood zijner heiligheid-

PAUS Plus IX.

INLEIDING.

Daar stijgt ten hemeltrans tot Slons feestkoralen Een vorst met koningswrong doorgeene schand’bevlekt» Een held met zegepalm als weinigen behalen, Een priester driewerf schoon met lauweren bedekt.

REI VAN ZALIGEN.

Wie is hij, zegt het ons, o koor van Chërubijnen, Gij die de wetenschap op uwe schachten bouwt; Wie is die zegeheld voor wien de glories kwijnen Van Sions prinsenheir, dat op hem nedersehouwt?

Wie is hij, zegt het ons, o serafs des Alhoogen Der liefde levend beeld, die in zijn boezem gloort; Wie is die zegenaar met hermelijn omtogen Zoo rijk aan lichtkleedij, dat hij ons reien stoort?

REI VAN CHERUBIJNEN.

Hij droeg op aarde een kroon Geen tweede blonk zoo schoont Niet om de gouden spangen. Maar wijl hij Salomon Zijn kracht en genium In zich had opgevangen.